Kinney methode: beperkingen en mogelijke aanpassingen

De Kinney methode wordt gebruikt om risico’s in te schatten maar bij de toepassing in de praktijk kunnen heel wat kanttekeningen gemaakt worden. Hoe kan de methode aangepast en verbeterd worden?
Onderwerpen:
©:
preventFocus 09/2020
Auteur:
Ir. Pieter De Munck, ere-adviseur-generaal en gepensioneerd directiehoofd van de regionale directie Limburg-Vlaams-Brabant (TWW)
Geactualiseerd op:

Basiskennis vereist

Het uitvoeren van een risicoanalyse vergt de nodige kennis en expertise. Heel wat werkgevers en preventieadviseurs maken echter een aantal fouten. De twee belangriijkste fouten zijn:
  1. geen verschil maken tussen gevaar en risico
    Het gevaar is een intrinsieke eigenschap van een product of situatie. Het risico is de kans dat een persoon die blootgesteld wordt aan het gevaar, schade oploopt.
  2. overslaan van eerste stappen van de risicoanalyse
    Bij het uitvoeren van een risicoanalyse is het belangrijk om van start te gaan met het opsporen van gevaren en pas dan te bepalen of er sprake is van een risico. Vaak worden deze stappen overgeslagen en wordt er meteen overgegaan naar het beoordelen van de veronderstelde risico’s. 
 

Kinney methode

De Kinney methode, is een methode voor het beoordelen van risico's. De methode berekent het risico op basis van inschattingen van drie parameters: waarschijnlijkheid, blootstelling en effect. Meer over de methode Risico's evalueren met Kinney methode.
 
De methode is om risico's te evalueren en kan dus niet ingezet worden om gevaren op te sporen of de risico's te bepalen. Daarvoor zijn andere mthoden nodig zoals brainstorming, bevragingen, SOBANE en controlelijsten.
 

Beperkingen

 
Hoewel deze methode heel wat mogelijkheden biedt, heeft ze ook een aantal beperkingen:

De methode is enkel bruikbaar voor eerder technische en organisatorische risico’s

De Kinney methode is niet bruikbaar voor de evaluatie van bijvoorbeeld psychosociale risico’s. Ook voor ergonomische problemen is deze niet bruikbaar. Hiervoor bestaan er specifieke analyse- en evaluatiemethodes, die zich richten op deelgebieden (repetitief montagewerk, staand/zittend werk, tillen van lasten, …). Als het gaat over problemen rond arbeidshygiëne, is het motto ‘meten is weten’.

De begrippen ‘blootstelling’ en ‘waarschijnlijkheid’ worden dikwijls verkeerd ingevuld.

De blootstelling is de tijd of het aantal keer dat men tijdens de uitvoering van het werk geconfronteerd wordt met het gevaar dat men onderzoekt. De waarschijnlijkheid is de kans dat dit gevaar effectief aanleiding geeft tot een letsel.
Heel vaak wordt er gezegd: we doen dit werk maar een keer per jaar, dus is de blootstelling zeer laag. Dit zou bijvoorbeeld inhouden dat men geen of nauwelijks maatregelen moet nemen als men een mazouttank eenmaal om de x-aantal jaar moet reinigen, omdat het risicogetal dat men bekomt op basis van de Kinney methode, voldoende laag is. Maar niets is minder waar: tijdens het reinigen wordt men continu blootgesteld aan dampen en is de blootstelling dus zeer hoog.
Wat de waarschijnlijkheid betreft, gaat het niet om de waarschijnlijkheid dat men wordt blootgesteld, maar om de waarschijnlijkheid dat het gevaar een risico wordt. Een voorbeeld hiervan is het werken met een cirkelzaag. Tijdens het werken wordt men continu blootgesteld aan het gevaar van de draaiende zaag. De waarschijnlijkheid dat dit gevaar een risico wordt, hangt af van heel wat factoren, zoals de collectieve beschermingsmiddelen, opleiding en ervaring.

De keuzemogelijkheden voor zeldzame fenomenen zijn te weinig genuanceerd.

Het verschil tussen ‘enkel mogelijk bij een grensgeval’, ‘denkbaar maar zeer onwaarschijnlijk’, ‘praktisch onmogelijk’ of ‘virtueel onmogelijk’ is onduidelijk. De keuze die men hier maakt, heeft echter wel tot gevolg dat het risicogetal kan variëren met een factor 10.
Het onderscheid tussen ‘occasioneel’, ‘ongewoon’, ‘zelden’ of ‘zeer zelden’ is eveneens discutabel. Ook hier heeft de keuze een belangrijke invloed, namelijk een variatie met een factor 6.
Vaak loopt het niet zo’n vaart, maar in discussies met werkgevers over het al dan niet nodig of dringend zijn van maatregelen, is een goede onderbouwing belangrijk. Preventiedeskundigen zullen de factoren vaak (te) hoog inschatten, werkgevers vaak te laag, en het is nu eenmaal de werkgever die de eindbeslissing moet nemen. Een goede onderbouwing is bijgevolg zeer belangrijk.

Er wordt geen of nauwelijks rekening gehouden met het aantal blootgestelde personen.

Het is logisch dat indien er slechts één persoon aan een bepaald risico wordt blootgesteld, men op een andere wijze zal reageren dan als het gaat over een grote groep. Voor elk van deze personen gaat het echter over hetzelfde risico.

Er wordt geen of nauwelijks rekening gehouden met de mogelijkheid tot reactie van de blootgestelden.

Ook de mogelijkheid tot reactie is een zeer belangrijke factor: indien men het gevaar ziet aankomen en men heeft de tijd om actie te ondernemen, is het risico veel kleiner dan indien men plots wordt geconfronteerd met het gevaar.
Een voorbeeld: het oversteken van een straat waar er een snelheidsbeperking geldt van 30 km per uur en waar de weginfrastructuur hieraan aangepast is, is veel minder risicovol dan het oversteken van een autosnelweg (dat daarom ook gewoon verboden is).

Upgrade jouw abonnement

Deze tekst is momenteel niet toegankelijk binnen jouw abonnementsformule. 
Ontdek onze verschillende formules.