Gevaar of risico?

Gevaar en risico zijn veel gebruikte termen. Maar wat betekenen ze juist? En wat is het verschil?
Onderwerpen:
©:

gepubliceerd op 11.04.2025 door de redactie, prevent.be

Geactualiseerd op:

Gevaar 

Een gevaar is een intrinsieke eigenschap of vermogen van een object, proces, situatie, werkmethode, persoon, gewoonte,… dat tot nadelige gevolgen kan leiden. 
Een voorbeeld is de toxiciteit van een giftig product. Dit is de gevaarlijke eigenschap van het product die tot nadelige gevolgen (vergiftiging) kan leiden.

Risico 

Een risico doet zich voor als de kans bestaat dat nadelige gevolgen optreden door een  blootstelling aan het gevaar. 
Het risico is dus de kans dat nadelige gevolgen zich effectief realiseren onder de vorm van ziekte/ongeval/andere schade (door de blootstelling aan het gevaar). Bijvoorbeeld de kans dat de werknemer die met giftige stoffen werkt, gezondheidsschade zal oplopen. 

Risicofactor

Risicofactoren zijn elementen die te maken hebben met het gevaar en die het risico in positieve of negatieve zin beïnvloeden. Risicofactoren kunnen de kans dat er zich daadwerkelijk negatieve gevolgen voordoen, laten toe- of afnemen. Ze kunnen ook een positieve of negatieve invloed uitoefenen op de ernst van de gevolgen. Bijvoorbeeld, door het wel of niet dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen. 

Risicofactoren kunnen te maken hebben met de omgeving, bv. weersomstandigheden, met de organisatie bv. werken tegen deadlines of met het individu, bv. ervaring, gezondheidstoestand.

Er is een duidelijk onderscheid tussen risicofactoren en gevaren. Bijvoorbeeld het gevaar van een scherp mes. Het risico is dan de kans om een snijwonde op te lopen bij het hanteren van het mes. Een risicofactor is het niet- dragen van beschermhandschoenen. Indien de werknemer geen handschoenen draagt, neemt de kans dat hij/zij een snijwonde oploopt, toe.

Voorbeelden

Een eenvoudig voorbeeld kan de verwarring echter wegnemen: het feit dat een mes scherp is, is het gevaar; het risico is de kans dat ik me tijdens het gebruik van dit mes zou snijden. Een ander voorbeeld is dat van een stelling: hier is het gevaar de hoogte en het risico is dat ik van deze stelling zou vallen.
Het gevaar is dus een intrinsieke eigenschap van een product of situatie. Het risico is de kans dat ik gekwetst geraak als ik het product gebruik of me in die situatie bevind.

Voorbeelden van gevaren, risico's, risicofactoren

Gevaar = intrinsieke eigenschap die tot nadelige gevolgen kan leiden

Risico = de kans dat de schade optreedt

Risicofactor beïnvloedt de kans of ernst
scherp meskans dat de kok bij het gebruik van dit mes zichzelf zou snijdendragen van gepaste snijbestendige handschoenen verlaagt de ernst
hoogte van een steigerkans dat een bouwvakker van de steiger valtgebrekkige leuningen verhogen de kans
toxiciteit van een chemische stofkans dat een werknemer gezondheidsschade oploopt bij inademinggebruik van lokale afzuiging verlaagt de kans