Lawaai is een belangrijk risico op de werkplaats. Gehoorbescherming, het is een must in heel wat productieafdelingen. Ook bij Ford Genk is dat het geval. Het bedrijf heeft gekozen voor otoplastieken en de resultaten zijn zeer bevredigend.
Uit recente cijfers blijkt dat meer dan 60 miljoen EU-werknemers tijdens minstens een kwart van hun werktijd blootgesteld zijn aan mogelijk gevaarlijke geluidsniveaus. Niet alleen werknemers in de zware industrie krijgen met lawaaioverlast te maken. Zo onderzochten de Britse universiteiten van Cardiff en Reading de invloed van lawaai op kantoorwerkers. We geven hieronder hun belangrijkste bevindingen weer.
Een preventiebeleid is pas geloofwaardig als het wordt vertaald in concrete en doeltreffende acties. De aanpak van het Luxemburgse bedrijf Avery Dennison op het vlak van lawaaibestrijding is hier een mooi voorbeeld van. Het bedrijf werd dan ook bekroond in het kader van de wedstrijd "Weg met die herrie", georganiseerd ter gelegenheid van de Europese Week voor veiligheid en gezondheid op het werk in 2005.
In Australië en Denemarken zijn gevallen bekend van operatoren in call centers die beweren het slachtoffer te zijn van een akoestische schok. Het onderzoek naar akoestische schokken staat nog in de kinderschoenen, maar het wordt steeds meer beschouwd als een mogelijk arbeidsongeval. Wat zijn akoestische schokken precies? En hoe kunnen ze voorkomen worden?
Het Centre des Recherches et d’Etudes sur l’Age et la Population au Travail (CREAPT) heeft een samenvatting gemaakt van verschillende studies over gezondheidsproblemen die voorkomen bij oudere werknemers. (1) De studies focussen op drie grote thema’s: ouder worden ‘als een gevolg van’ het werk, ouder worden ‘met betrekking tot’ het werk en ouder worden ‘op’ het werk.
Tijdens zijn dodelijke raid, op 11 mei 2006, doodde Hans Van Themsche onder andere het Malinese kindermeisje Oulematou Niangadou en de tweejarige Luna. Onlangs besliste de arbeidsrechtbank in Antwerpen dat het hier niet om een arbeidsongeval gaat. De rechtbank heeft daarbij de voorwaarden voor een arbeidsongeval afgewogen tegen de feiten van dit geval.
Fijn stof haalt de laatste tijd steeds meer de pers. Maar wat moeten we ons voorstellen bij fijn stof? Wat zijn de bronnen en oorzaken? Hoe gevaarlijk is het voor de volksgezondheid? En in welke wetgeving wordt de fijnstofproblematiek geregeld?
Marc Heselmans is niet langer directeur-generaal van de arbeidsinspectie. Hij is met pensioen gegaan na jaren bedrijvigheid op het inspectieterrein. Een terrein dat in de loop van zijn carrière nogal wat wijzigingen ondergaan heeft. PreventFocus had een (hoe kan het anders?) gedreven gesprek met dit monument uit de Belgische geschiedenis van de arbeidsveiligheid.
Het Risk Observatory van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk publiceerde onlangs een rapport met een experten toptien van opkomende fysiche risico’s op het werk. Hieronder vindt u de hoofdlijnen van het rapport waaraan Prevent heeft meegewerkt.
In 2007 ondertekende EXKi het “diversiteitscharter” van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het beleid van EXKi onderscheidde zich reeds door zijn openheid, maar het bedrijf engageerde zich nu ook publiek tot het voeren van concrete diversiteitsacties. Wat houdt deze verbintenis in en wat zijn de voordelen voor het welzijn van de werknemers? PreventFocus sprak met Andrea Leponce, Academy Manager bij EXKi.
Ook bij Tower Automotive zijn ze ervan overtuigd dat diversiteit loont. In de opstartfase ging het echter evenmin om een structurele beleidskeuze. Door de snelle groei van de onderneming en de krapte op de arbeidsmarkt was Tower genoodzaakt om verschillende nationaliteiten aan te werven. Vandaag trekt het bedrijf resoluut de diversiteitskaart, wat tot een boeiende mix leidde op alle hiërarchische niveaus.
Ter gelegenheid van een studiedag over ziekteverzuim, die in maart door Lucina, PreventAcademy in Pellenberg werd georganiseerd, werd de Onafhankelijke sociale dienst Thuiszorg Vleminckveld uitgenodigd om zijn verzuimbeleid voor te stellen. De dienst onderscheidt zich door zijn motivering. De focus ligt immers niet in de eerste plaats op het drukken van de kosten ten gevolge van ziekteverzuim. De aanpak concentreert zich hoofdzakelijk op participatie en vrijwilligheid. De doelstelling is duidelijk: een beter welzijn voor de medewerkers.