Werkgerelateerd syndroom
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) omschrijft burn-out in de International Classification of Diseases (ICD-11) als een syndroom dat het gevolg is van chronische stress op het werk die niet succesvol is aangepakt. Het wordt niet beschouwd als een medische aandoening of ziekte, maar wel als een werkfenomeen dat de gezondheid kan beïnvloeden. De omschrijving van het WHO verwijst naar drie symptomen: uitputting, cynisme en verminderde professionele effectiviteit.
- Uitputting verwijst naar gevoelens van overspannenheid en vermoeidheid als het gevolg van een langdurige betrokkenheid bij een veeleisende werksituatie.
- Cynisme weerspiegelt een onverschillige en afstandelijke houding ten opzichte van het werk, onthechting en een gebrek aan enthousiasme voor het werk. Het is een disfunctionele manier om met uitputtende situaties om te gaan;
- Professionele ineffectiviteit heeft te maken met een gevoel van niet meer succesvol presteren en een gebrek aan werk-voldoening.
De Burnout Assessment Tool ontwikkeld door de KU Leuven heeft deze definitie verder verfijnd en hanteert vier kernsymptomen (uitputting, mentale distantie, cognitief en emotioneel controleverlies) en drie bijkomende symptomen (psychische en lichamelijke spanningsklachten, depressieve stemming) om burnout op te sporen.
Burnout is a syndrome conceptualized as resulting from chronic workplace stress that has not been successfully managed. It is characterised by three dimensions: 1) feelings of energy depletion or exhaustion; 2) increased mental distance from one’s job, or feelings of negativism or cynicism related to one's job; and 3) a sense of ineffectiveness and lack of accomplishment. Burn-out refers specifically to phenomena in the occupational context and should not be applied to describe experiences in other areas of life. Bron: International Classification of Diseases (ICD-11), Burnout, code QD85 |