Schimmels op het werk

Ook op het werk komen schimmels voor: vochtige omgevingen met 'voedzame' substraten (archieven, huishoudelijk afval...), integratie in een werkproces (kaas...).
Onderwerpen:
©:

gepubliceerd op 08.07.2025 door de redactie, prevent.be

Geactualiseerd op:

Schimmels

Microscopische schimmels zijn alomtegenwoordig in het milieu. Ze ontwikkelen zich uit organisch materiaal (aarde, cellulose, planten, enz.) en vormen vertakte filamenten die mycelium worden genoemd. Door de groei van dit mycelium kunnen schimmels de omgeving koloniseren. Veel schimmels hebben ook voortplantingsstructuren, sporen genaamd, die loskomen en die op verschillende manieren worden getransporteerd (lucht, water, dieren, enz.). Deze micro-organismen komen zowel buiten als binnen voor.

Schimmelgroei

Schimmelgroei is vooral het resultaat van de wisselwerking tussen hoge vochtigheid en warmte.

Schimmels ontwikkelen zich bij aanwezigheid van:

  • water en vochtigheid 
    Ontkieming is mogelijk vanaf een relatieve vochtigheid van 60-65%: is de ontkieming op gang is gebracht, dan kan schimmel zich blijvend ontwikkelen bij een relatieve vochtigheidsgraad lager dan 60%. De groei van schimmel vertraagt in dat stadium pas bij een relatieve vochtigheid van ca. 30%. 
  • voedsel 
    Schimmels halen hun voedsel uit dode organische stoffen of uit min of meer ontbonden stoffen. Cellulose – en dus papier – bevat heel wat van deze voedingselementen. Dit verklaart waarom schimmels zich in archiefruimtes en archiefbewaarplaatsen kunnen ontwikkelen.
  • warmte 
    De meeste schimmelsoorten ontwikkelen zich bij een temperatuur tussen 4°C en 40°C. De ideale temperatuur ligt tussen 24°C en 30°C. De groei vertraagt gevoelig bij temperaturen onder 20°C en valt zo goed als stil bij temperaturen onder 0°C. 
    Hoe warmer de lucht, hoe meer water de schimmel kan ophouden in de vorm van waterdamp. Daardoor zal de situatie bijvoorbeeld risicovoller bij een relatieve vochtigheid van 65% en een temperatuur van 22°C dan bij een temperatuur van 15°C.

Wijze van sporenverspreiding

Sporen worden op verschillende manieren verspreid en overgedragen, afhankelijk van de soort. Sommige sporen komen samen in clusters die moeilijk door de lucht te vervoeren zijn: ze worden voornamelijk door contact of door insecten naar substraten gebracht. Andere sporen zijn lichter, zweven gemakkelijker in de lucht en worden bij de minste luchtbeweging verspreid. 

Sporen kunnen over grote afstanden verspreid worden. Sporen kunnen enkele maanden latent blijven en zijn bestand tegen ongunstige omstandigheden. Het volstaat dat de klimatologische omstandigheden opnieuw gunstig worden voor een spore om een snelle ontwikkeling van een kolonie te verzekeren.

Upgrade jouw abonnement

Deze tekst is momenteel niet toegankelijk binnen jouw abonnementsformule. 
Ontdek onze verschillende formules.