Gedragsverandering
Als je als bedrijf het aantal fietsongevallen wil doen dalen door in te zetten op gedragsverandering, is de eerste stap uitzoeken welk gedrag je wil veranderen. Vervolgens kan je maatregelen nemen om dat doel te bereiken. De VSV (Vlaamse Stichting Verkeersveiligheid) ondersteunt bedrijven om werk te maken van veilige duurzame verplaatsingen. Daarvoor baseert de stichting zich op de principes van de GDE-matrix (Goals for Driver Education), waarin vier gedragsniveaus onderscheiden worden. Hieronder volgen voorbeelden van gedragingen die bijdragen aan (on)veilig verkeersgedrag. Hoe kan een bedrijf daar invloed op uitoefenen en hoe pakt men dat het best aan?
1. Voertuigbeheersing
Voertuigbeheersing is het laagste niveau binnen de GDE-matrix: het operationele niveau. Concreet gaat het over op- en afstappen, vertrekken, vertragen, remmen, stoppen, richting aanhouden, stuurvaardigheid, behouden van het evenwicht, ... Al die handelingen voeren we uit op automatische piloot. Meestal leerden we fietsen in onze kindertijd, maar stonden we nadien nooit meer stil of we wel de juiste technieken aangeleerd kregen en namen we nooit de tijd om die te verbeteren. En daar schuilt het gevaar. Het besturen van een voertuig bestaat voor het grootste gedeelte uit cognitieve vaardigheden. Je moet er dus voortdurend je verstand bij houden.
Tip voor bedrijven
Organiseer een initiatiesessie of fietsworkshop rond fietsvaardigheid, zodat de automatische taken kunnen worden gefinetuned.
2. Beheersing van de verkeerssituatie
Het tactische niveau betreft de manoeuvres van de fietser (bv. links afslaan op een kruispunt, oversteken van een weg). Daarvoor moet je niet enkel het eigen voertuig kunnen besturen, maar ook de juiste verkeersregels kunnen toepassen.
Tips voor bedrijven
- Om je in het verkeer te begeven, moet je de wegcode kennen, die regelmatig wijzigt. Daag je werknemers uit om hun kennis over de wegcode op een leuke manier bij te schaven. Dat kan door jaarlijks deel te nemen aan ‘De Grote Verkeersquiz’ (via het aparte luik voor bedrijven). Bovendien kan je iedere donderdag deelnemen aan ‘De Kleinste Verkeersquiz’, waarbij je slechts één quizvraag moet beantwoorden.
- Laat nieuwe fietspendelaars meerijden met ervaren fietsers, zodat ze samen kunnen stilstaan bij de gevaarlijke punten onderweg.
- Organiseer een praktijkopleiding of initiatie waarin werknemers leren dat ze in bochten extra rekening moeten houden met de staat van het wegdek, het weer en de medeweggebruikers. Tips die je kan meegeven aan fietsers: voor de bocht remmen (niet erin), krachtiger remmen met de achterrem dan met de voorrem, en zorgen dat je kijkt waar je naartoe wil.
3. Doel en context van de verplaatsing
De context van het rijden is het derde niveau. Fietsers moeten beschikken over de kennis en vaardigheden om hun route te plannen, de duur van de verplaatsing in te schatten en de noodzaak van een verplaatsing te kunnen beoordelen.
Tips voor bedrijven
- Geef je medewerkers de mogelijkheid om thuis te werken. Dat is het veiligst.
- Zorg voor flexibele werktijden, waardoor je werknemers vroeger of later kunnen vertrekken en zo bijvoorbeeld de drukte van de schoolgaande jeugd kunnen vermijden.
- Zorg ervoor dat je werknemers de veiligste route kiezen. Het initiatief ‘Bike to Work’ van de Fietsersbond toont bijvoorbeeld een goede fietsroute naar het werk. Je kan kiezen uit drie routeprofielen: de pendelroute, de snelste route en de veiligste route.
- Met de ‘testkaravaan’ kunnen werknemers verschillende vervoersmiddelen uittesten. Alles begint bij de keuze van je (lease)fiets.
- Richt een fietswerkgroep op binnen je bedrijf en organiseer een bevraging over de gevaarlijke punten. Sensibiliseer de fietsers over die conflictpunten en ga in overleg met wegbeheerders over het verbeteren van de infrastructuur.
- Spoor werknemers aan om de fiets te laten staan bij extreme weersomstandigheden. Geef volgende tips voor als het toch niet anders kan: het zadel lager zetten, lucht uit de banden laten lopen, opletten als het wegdek glinstert en voldoende afstand van de rand houden (waar vaak ijs ligt).
- Organiseer een gesprek over de omstandigheden van een ongeval. Communiceer de getrokken lessen naar andere werknemers. De gespreksleider mag de bestuurder niet zeggen wat hij had moeten doen of wat hij in de toekomst moet doen. De kans is immers groot dat die laatste je in dat geval naar de mond zal praten.
Beginnende bestuurders Het omschakelen van een gewone fiets naar een speedpedelec, e-bike of racefiets neemt risico’s met zich mee. Dat geldt eveneens wanneer we de switch maken van recreatief fietsen naar fietsgebruik voor woon-werkverkeer. Het risico op ongevallen is immers zeer hoog bij ‘beginnende’ bestuurders. Bij jonge automobilisten of fietsers speelt naast het gebrek aan ervaring ook de leeftijd een rol (de hersenen zijn nog niet volledig ontwikkeld en jongeren zijn extra gevoelig voor de sociale omgeving, alcohol, drugs en afleiding). Wat de rijervaring betreft, schieten jonge bestuurders vooral tekort op het vlak van gevaarherkenning en afstemming van het risico op hun eigen kunnen. Bij fanatieke fietsers zorgt het verhoogde testosterongehalte dan weer voor extra risico’s. |
4. Levensdoelen
De persoonlijke instelling van de bestuurder en zijn karakter, sociale leefwereld, culturele achtergrond, … maken het vierde en hoogste gedragsniveau uit. Hoe kijkt onze maatschappij naar fietsers? Bekijken we hen als een oplossing voor het fileleed of eerder als extra hindernis? Het algemeen gedrag (in het bijzonder in het verkeer) zal mee bepalen of je een ongeval zal meemaken of niet. Hoe sta je tegenover risicoperceptie, verkeersregels en handhaving? Is het verkeer een sociaal gebeuren of eis je je plaats op?
Tips voor bedrijven
- Mensen met een elektrische fiets nemen soms meer risico’s dan ze zich realiseren, vooral door te snel te rijden. Laat werknemers hun (bijna-)ongevallen benoemen en vertellen hoe ze die in de toekomst kunnen vermijden. De groep zal zelf nadenken en op die manier werk je niet belerend.
- Maak werk van ongevallenregistratie en noteer de locaties waar er ongevallen gebeuren. Bepaal vooraf nauwkeurig welk gedrag van je werknemers je wil veranderen en plan doelgerichte acties in.
- Organiseer vanaf de wintertijd een controle op het dragen van zichtbare kledij, fietsverlichting en fietshelm. Meer info.
- Organiseer een sensibiliseringscampagne met als thema veilig fietsen. Probeer met beeld en slogan aanwezig te zijn in de context waar het gedrag plaatsvindt. Hou bij de aanpak van je communicatieactie rekening met de plaatsen en tijdstippen waarop je de doelgroep wil bereiken en met welke gedragstechnieken. De mate van beïnvloeding hangt af van de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de personen die de informatie geven.