SWI-P en SWA-P meet subjectieve werkbeleving
Historiek
SWI-P en SWA-P staat voor ‘Subjectieve werkbelevingsindex en Subjectieve werkbelevingsanalyse Prevent’ en is geïnspireerd op de Cergo-Prevent Vragenlijst (Cergo is het vroegere Centrum voor ergonomisch onderzoek). De Cergo-Prevent vragenlijst werd destijds ontwikkeld om de subjectieve belasting van eerder fysieke arbeid te meten. Daarbij lag het accent sterk op de beleving van de fysieke inspanning, de fysische omgeving en de risico’s, in combinatie met de beleving van mentale aspecten van die arbeid en de waardering ervan.
Met de SWI-P en SWA-P kan gepeild worden naar de subjectieve beleving van werknemers met betrekking tot hun werkbelasting. Het vernieuwde analyse-instrument kan toegepast worden voor alle soorten werk in alle sectoren, zowel voor uitvoerende als leidinggevende functies, fysieke en mentale taken. Daarnaast werd ook de beleving van de emotionele en psychosociale aspecten van het werk opgenomen in de analyse.
Werkbeleving
In eerste instantie meet de SWI-P de werkbeleving. Het analyse-instrument gaat na in welke mate een werknemer of groep werknemers ‘hinder’ ervaart van bepaalde aspecten van zijn job. Het gaat om parameters als vermoeidheid, concentratie, moeilijkheidsgraad, werktempo, werkvolume, emotionele belasting,… Een aspect kan ‘niet hinderlijk’ zijn, wanneer het de job op geen enkele manier beïnvloedt. In het uiterste geval kan een parameter ‘uitermate hinderlijk’ zijn wat wil zeggen dat men zo veel hinder ervaart dat het werk niet vol te houden is gedurende een normale werktijd, dat er zware fouten (kunnen) worden gemaakt, dat men na het werk een grote recuperatieperiode nodig heeft.
De SWA-P, die de werkbeleving meer in detail analyseert, gaat per taak na wat de oorzaak is van de hinder. Dit gebeurt aan de hand van een MUOPO-analyse (analyse van de risico’s op het vlak van Mens, Uitrusting, Omgeving, Product en Organisatie).
Subjectief
De SWI-P en SWA-P is een subjectief analyse-instrument omdat expliciet gepeild wordt naar hoe een werknemers zijn job of bepaalde aspecten van zijn job ervaart. Elke werknemer antwoordt heel subjectief op de vraagstelling. Wanneer de resultaten van alle werknemers (of een representatieve groep van werknemers) dan samengelegd worden, bekomt men een meer objectief beeld van de werkbeleving in een bedrijf of afdeling.
Het voordeel van een subjectieve analyse is dat men soms onverwachte oorzaken van hinder ontdekt die enkel bij de werknemers gekend zijn. Sommige parameters of aspecten worden in een bedrijf immers vaak als ‘een gewoonte’ beschouwd, terwijl ze misschien wel een (negatieve) invloed hebben op de werkbeleving. Voorbeelden zijn de inrichting van een werkpost die werknemers ertoe dwingt hinderlijke houdingen aan te nemen of het ervaren van tocht door een airco.
Bij een ‘subjectieve’ analyse moet men er wel rekening mee houden dat de bevraging meestal gebeurt in het kader van een (ergonomisch of psychosociaal) onderzoek en dus tijdsgebonden is. Het heersende sociale klimaat in een onderneming (recente ontslagen, herstructureringen,…), het statuut van de werknemer (uitzendkracht, tijdelijk contract,…), het feit dat werkmethodes tussen personen en ploegen kunnen verschillen, de mogelijke verschillen tussen mannen en vrouwen, de seizoenen (piekmomenten, winter/zomer,…) kunnen de resultaten beïnvloeden. Bij de interpretatie van de resultaten moet hiermee dus rekening gehouden worden.
Aanzet tot verdere analyse
De resultaten van de SWI-P en SWA-P kunnen de basis vormen voor verder onderzoek. Als uit de analyse blijkt dat er bij een bepaalde taak een probleem ervaren wordt, weet men welk aspect men meer in detail kan onderzoeken en objectiveren. Deze analyse kan aan de hand van andere tools en methodes zoals risicoanalysemethodes, objectieve metingen van omgevingsparameters en fysieke belasting, het in kaart brengen van de psychosociale aspecten,...
Bijkomende onderzoeken kunnen de resultaten van de SWI-P en SWA-P bevestigen of nuanceren, maar het geheel geeft een beeld van de werkbeleving en de werkbelasting. Dit is op zich een krachtig argument om veranderingen te beargumenteren en door te voeren. Het voordeel is dat deze veranderingen ook door de werknemers (h)erkend zullen worden, omdat zij betrokken zijn geweest bij het onderzoek.
De SWI-P en SWA-P kan later ook gebruikt worden om een job te herontwerpen. Bij een taak die vermoeiend én risicovol is, kan men beslissen de taak te elimineren. Een taak die vermoeiend maar interessant is kan eventueel behouden worden, wanneer deze taak bijvoorbeeld slechts een klein deel van de werktijd vraagt.
SWI-P en SWA-P en andere analyse-instrumenten
SWI-P en SWA-P heeft bepaalde kenmerken die hem onderscheiden van de andere instrumenten.
Instrumenten zoals de VBBA (Vragenlijst voor de beleving en beoordeling van arbeid) en de COPSOQ (the Copenhagen psychosocial questionnaire) peilen onder andere naar de psychosociale, emotionele en lichamelijk belasting die wordt ervaren in een job. Ze laten toe een diagnose te maken van hoe werknemers hun werk en de belasting ervan ervaren. Maar, in tegenstelling tot de SWI-P en SWA-P, geven deze analyses geen details over specifieke taken. Het gaat hier om een individueel en anoniem ingevuld onderzoek waardoor die diagnose-instrumenten enkel een kwantitatieve resultaat kunnen geven.
De SWI-P en SWA-P verschilt ook van participatieve methodieken zoals bijvoorbeeld de Déparis (Dépistage Participative des risques – Participatieve opsporing van risico’s). Bij die methoden worden bepaalde thema’s en risico’s in kleine groepen en onder leiding van een coördinator besproken. Het resultaat is een ruwe beoordeling (goed-matig-slecht) en concrete actiepunten. Integendeel, bij de SWI-P en SWA-P, worden niet enkel numerieke scores bekomen (die kunnen gebruikt worden om groepen te vergelijken), maar er komen specifieke knelpunten aan het licht omdat er tegelijkertijd ook doorgevraagd wordt. Via de SWA-P kan bijvoorbeeld naar de aparte taken binnen een job gekeken worden. Per taak worden hierbij diverse parameters besproken, kan dieper ingegaan worden op ervaren plus- en minpunten en wordt op die manier heel wat kwalitatieve ervaring verzameld.