Is Parijs uit het lood geslagen na de brand in de Notre-Dame?

Naar aanleiding van de brand in de Notre-Dame van Parijs op 15 april 2019 werd een advies gevraagd aan het Agence nationale de sécurité sanitaire, de l’alimentation, de l’environnement et du travail (Anses) over de blootstelling aan lood in de openbare ruimte. Dit artikel bespreekt en becommentarieert het advies (2019-SA-0147) van 15 januari 2020.
Geactualiseerd op:
©:

preventActua 10/2020
auteur: dr. Wim Van Hooste, preventieadviseur-arbeidsarts bij Mediwet EDPB vzw

Niet met de Franse slag

Er wordt geschat dat 460 ton lood, dat verwerkt zat in de kathedraal, in de wijde omgeving terechtgekomen is. Lood staat al sinds de oudheid bekend als een toxisch element dat de gezondheid kan schaden, met name de gezondheid van jonge kinderen. Het element is gekend voor zijn vele effecten – die ook gekend staan onder de naam ‘saturnisme’ – op hart- en bloedvaten, de nieren, het zenuwstelsel en de voortplanting. Daarenboven veroorzaakt lood prematuriteit tijdens de zwangerschap en groeiachterstand in het verdere kinderleven.
 

Het advies

In Frankrijk concludeerde het Anses in het advies dat de publieke ruimtes in de buitenlucht (trottoirs, straten, speeltuinen, straatmeubilair, …) een bron van blootstelling kunnen zijn voor de algemene bevolking in de hoofdstad. Zij kunnen dus blootgesteld worden aan stof dat lood bevat via direct contact met de huid, via inhalatie of via ingestie. Kinderen nemen nog veel zaken in de mond (bv. in stadsspeeltuinen of tuinen van kinderdagverblijven) en zijn dus extra kwetsbaar. Maar ook andere bronnen van loodblootstelling door industriële invloeden, binnenin het huis, in het drinkwater, in de voeding en in de lucht moeten in acht genomen worden.

Beroepsblootstelling

Het advies focust vooral op de blootstelling van kinderen en zwangere vrouwen. Tevens worden er adviezen geformuleerd voor de buitenwerkers werkzaam op de Notre-Dame-site (voor reparatie, renovatie, opruiming, …) en op diverse nabijgelegen locaties in de stad. Het bepalen van het loodgehalte in het bloed – de zogenaamde ‘plombemie’ – zou moeten gebeuren om de individuele blootstelling te documenteren. Ook zou er een individueel medisch contact moeten plaatsvinden als de loodconcentratie in de lucht gemiddeld meer dan 50 mg/m3 bedraagt over een periode van acht uur (time-weighted average, TWA), of als de plombemie bij mannen groter is dan 200 mg/L en 100 mg/L bij vrouwen.
Verder beveelt het Anses aan om de occupational exposure limits (OEL) te actualiseren gebaseerd op het door hen aangeboden advies van juli 2019. In dit advies worden volgende grenswaarden aangegeven: een biologische grenswaarde van interne blootstelling aan lood (plombemie) van 85 mg/L voor mannen, 60 mg/L voor vrouwen en 45 mg/L voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd.
In 2019 heeft het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) een wetenschappelijk rapport gepubliceerd omtrent de diverse grenswaarden op de arbeidsplaats. Op de Europese werkplaatsen zijn er nog steeds opmerkelijke verschillen vast te stellen hieromtrent.

De literatuur

Er bestaat sinds de invoering van loodvrije benzine weinig wetenschappelijke literatuur over de blootstelling van de beroepsbevolking aan lood en andere zware metalen bij werkzaamheden in de straten, op de trottoirs, in speeltuinen, … Een studie in het Verenigd Koninkrijk van Dean en collega’s (2016) beoordeelde het loodgehalte in de PM10-fractie van verschillende steden. De blootstelling via inhalatie zou minimaal zijn.
Uit landen waar de loodvrije brandstof nog geen ingang gevonden heeft, zoals China en Korea, komen er echter nog wel recente studies die de aanwezigheid van lood in stedelijk straatvuil in hogere hoeveelheden terugvonden (Kim et al., 2017; Lin et al., 2017).
 

Conclusies

Na de commotie die ontstond in de zomer van 2019 omtrent de blootstelling aan lood van de Parijzenaren na de brand in de Notre-Dame, kwam er een advies van het agentschap Anses. Daarin zijn naast jonge kinderen en zwangere vrouwen, ook de werknemers opgenomen die in de nabije omgeving allerhande werken uitvoeren.
De focus ligt voornamelijk op het bepalen van de plombemie om de blootstelling te documenteren en natuurlijk steeds de nodige arbeidshygiënische maatregelen te nemen. De plombemie zou bij het begin van de werkzaamheden moeten bepaald worden, gevolgd door een tweede bloedname, een tot drie maanden na de eerste.
Op Europees niveau zou er meer duidelijkheid en eenvormigheid moeten komen over blootstellingslimieten en biologische grenswaarden voor lood.
 

Bronnen en referenties

Upgrade jouw abonnement

Deze tekst is momenteel niet toegankelijk binnen jouw abonnementsformule. 
Ontdek onze verschillende formules.