Op de markt brengen van bouwproducten

Op 4 april 2011 verscheen de verordening tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten op Europees niveau in het Europees Publicatieblad. Deze verordening versterkt de verplichtingen om rekening te houden met de veiligheids– en gezondheidsaspecten bij het gebruik van bouwproducten gedurende hun volledige levenscyclus.
Onderwerpen:
©:
PreventActua 10/2011
Geactualiseerd op:

Kader
Verordening (EU) 305/2011 van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten (PB van 4 april 2011) herziet de bestaande regelgeving rond bouwproducten. Deze regelgeving wil het vrij verkeer van bouwproductenin de Europese Unie verzekeren. Dat werd voordien geregeld door de richtlijn 89/106/EEG (richtlijn Bouwproducten). Die Richtlijn werd door de verordening ingetrokken. De bouwproductenverordening  legt de klemtoon op de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers die bouwproducten gebruiken en voor de gebruikers van bouwwerken.
Bouwproducten worden gedefinieerd als producten(of een combinatie van producten, "kits" genaamd) bestemd om blijvend gebruikt te worden in bouwwerken. Bijlage IV van de nieuwe verordening bevat 35 gedefinieerde productgebieden.

Krachtlijnen
Bouwproducten die in de handel gebracht worden, moeten toelaten om bouwwerken op te richten die voldoen aan alle fundamentalen eisen op het vlak van mechanische weerstand en stabiliteit; brandveiligheid; hygiëne; gezondheid en milieu; veiligheid en toegankelijkheid bij gebruik; bescherming tegen geluidshinder; energiebesparing en warmtebehoud en duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
Bij het in de handel brengen van deze bouwproducten moet de fabrikant een zogenaamde "prestatieverklaring" opstellen (Declaration of Performance, kortweg DoP). Met dit document verklaart hij dat de bouwproducten onder een geharmoniseerde norm vallen of conform zijn aan een Europese technische beoordeling. Door de CE-markering aan te brengen, geeft de producent onder andere te kennen dat de producten conform zijn met de aangegeven prestaties en de essentiële kenmerken die onder een geharmoniseerde norm of een Europese technische beoordeling vallen.

Etikettering en verpakking
Bouwproducten die gevaarlijke stoffen bevatten (zoals, bijvoorbeeld, benzeen, tolueen, terpenen, glycolether,…) moeten voorzien zijn van een duidelijke etikettering. Volgens de verordening zal de prestatieverklaring, die verplicht is voor elk  bouwproduct, informatie moeten bevatten over alle gevaarlijke stoffen die in het  bouwproduct aanwezig zijn. Deze informatie moet samen met de gegevens van de etikettering verstrekt worden conform de verplichtingen uit de REACH-verordening (verordening1907/2006).
Het doel is om alle potentiële gebruikers duidelijk te informeren over deze gevaarlijke stoffen en ervoor te zorgen dat werknemers die bouwproducten gebruiken en de eindgebruikers van de bouwproducten een hoog beschermingsniveau genieten. De verpakking van deze producten moet ook informatie bevatten over de milieugevaren en recyclagemogelijkheden van de bouwproducten.

Fundamentele eisen
Bouwwerken moeten geschikt zijn voor het beoogde gebruik en moeten in het bijzonder rekening houden met de gezondheid en de veiligheid van de personen die tijdens de hele levenscyclus van het bouwwerk betrokken zijn. De fundamentele eisen met betrekking tot hygiëne, gezondheid en milieu, die terug te vinden zijn in bijlage I van de nieuwe verordening, werden uitgebreid in vergelijking met de oude essentiële eisen (zie kader).

Verordening (EU) nr. 305/2011 van 9 maart 2011 (PB van 4 april 2011), bijlage I  "Fundamentele eisen voor bouwwerken"
6. Hygiëne, gezondheid en milieu
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat het gedurende de hele levenscyclus geen risico vormt voor de hygiëne, gezondheid en veiligheid van arbeiders, bewoners en omwonenden, en dat het tijdens zijn volledige levensduur geen buitengewoon grote invloed uitoefent op de milieukwaliteit of op het klimaat, noch tijdens de bouw, het gebruik of de sloop ervan, in het bijzonder als gevolg van:
a) het vrijkomen van toxische gassen;
b) de emissie van gevaarlijke stoffen, vluchtige organische verbindingen, broeikasgassen of gevaarlijke deeltjes in de binnen- of buitenlucht;
c) de emissie van gevaarlijke straling;
d) het vrijkomen van gevaarlijke stoffen in grondwater, zeewater, oppervlaktewater of in de bodem;
e) het vrijkomen van gevaarlijke stoffen in het drinkwater of die het drinkwater op enige wijze nadelig beïnvloeden;
f) gebrekkige afvoer van afvalwater, emissie van rookgassen of onjuiste verwijdering van vaste of vloeibare afvalstoffen;
g) vochtophoping in delen of op binnenoppervlakken van het bouwwerk.

 

Vereenvoudigde procedures
Micro-ondernemingen die een bouwproduct vervaardigen, kunnen kiezen voor het toepassen van de vereenvoudigde procedures voor de evaluatie van de prestaties, indien deze micro-ondernemingen kunnen aantonen dat het bouwproduct voldoet aan de toepasselijke voorschriften en dat de toegepaste procedures gelijkwaardig zijn aan de procedures waarin de geharmoniseerde normen voorzien.

Productcontactpunten
De lidstaten wijzen productcontactpunten aan om gratis informatie te verschaffen over bouwproducten en het gebruik ervan. Ze doen dit in ondubbelzinnige en eenvoudig te begrijpen bewoordingen. Deze productcontactpunten moeten de marktdeelnemers (fabrikant, importeur, distributeur,...) informeren. In België is dit de FOD Economie.

Inwerkingtreding
Deze verordening is rechtstreeks toepasbaar in de 27 lidstaten van de Europese Unie en trad in werking op 24 april 2011, 20 dagen na de publicatie in het Publicatieblad. 

Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG (PB L 88 van 4 april 2011)

Upgrade jouw abonnement

Deze tekst is momenteel niet toegankelijk binnen jouw abonnementsformule. 
Ontdek onze verschillende formules.