Een burn-outbeleid: waar preventie en HR elkaars wegen kruisen

Burn-outs zijn anno 2016 een realiteit waar veel bedrijven mee geconfronteerd worden. De wetgever is zich hiervan bewust en verplicht de Belgische ondernemingen om een beleid rond het voorkomen van burn-outs op poten te zetten. Bij uitzendbedrijf Tempo-Team wachtten ze die wettelijke verplichting niet af en namen ze eerder al het heft in handen. 

Stress eigen aan arbeidsmarkt
“Tempo-Team probeert al langer een vooruitstrevend preventiebeleid te voeren”, legt preventieadviseur Glenn Nuytemans uit. “Uiteraard waken we over het welzijn van onze uitzendkrachten (zie ook PreventFocus januari 2014, nvdr.), maar we mogen zeker ook onze eigen werknemers niet uit het oog verliezen. In 2010 zijn we begonnen met een breed gezondheidsbeleid voor de werknemers van Tempo-Team. Via verschillende manieren, waaronder een app, begeleidden we onze werknemers op acht domeinen: gezonde voeding, slaap, stress,… We merkten van in het begin dat onze module over stress erg vaak gebruikt werd. Daarom hebben we drie jaar geleden onze werknemers bevraagd over stress via een personeelsenquête. De resultaten waren beter dan verwacht, maar zoals in ieder modern bedrijf is stress wel een dagelijkse realiteit voor onze werknemers. Tempo-Team is een ambitieus bedrijf in een markt met veel concurrentie. Onze werknemers moeten hun doelen halen en niet iedereen kan even goed met die prestatiedruk overweg. Het risico op burn-outs is dus reëel.” Een beleid rond het voorkomen van burn-outs bleek dus nodig.

Stap voor stap
Tempo-Team had geen ervaring met het opzetten van zo’n beleid. Een blauwdruk bestond niet en dus moest de preventiedienst zelf stap voor stap een beleid ineen timmeren. Tempo-Team koos voor een stapsgewijze aanpak, op verschillende niveaus. Het burn-out beleid werd bovendien ingebed in het bredere gezondheidsbeleid.

“Burn-outs zijn steeds het gevolg van een combinatie van factoren. Het werk is nooit de enige oorzaak”, aldus Nuytemans. “Daarom geloven wij in een geïntegreerde aanpak. Uiteraard is het belangrijk dat onze werknemers op het werk niet te veel onder druk staan, maar ook de situatie thuis en de gezondheid van een werknemer kunnen een burn-out in de hand werken. Omwille van die reden blijven we werken aan een breder gezondheidsbeleid. Een fitte, gezonde werknemer, die goed uitgerust is, zal immers veel minder vatbaar zijn voor een burn-out. Ook de mentale gezondheid van onze werknemers is belangrijk. Daarom bieden we hen al geruime tijd de mogelijkheid aan om gesprekken te voeren met de psychologen van onze externe dienst. Omdat de familie en de naasten van ons personeel cruciaal zijn voor hun welbevinden, bieden we bovendien nog een extra optie aan: een telefonische ondersteuningsdienst waar onze werknemers, hun gezinsleden of naasten terecht kunnen met al hun problemen en vragen. Of het nu gaat over familiale, emotionele of andere kwesties, op dat nummer kunnen ze al hun vragen stellen en wij proberen iedereen verder te helpen.”
 

Wetgeving psychosociale risico’s
Op 1 september 2014 werd de wetgeving over psychosociale risico’s op het werk uitgebreid naar alle psychosociale risico’s, dus ook stress en burn-outs. Voordien lag de nadruk vooral op het voorkomen van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.
De werkgevers moeten sinds 2014 alles in het werk stellen om psychosociale risico’s op het werk te voorkomen. Dat moeten ze onder andere doen door de psychosociale risico’s in kaart te brengen en de gepaste preventiemaatregelen te kiezen.
Twee jaar na de invoering van deze regels gaat de arbeidsinspectie ook voor het eerst controleren op de naleving ervan. De inspecteurs zullen onder andere nagaan of de ondernemingen een psychosociale risicoanalyse hebben uitgevoerd en of ze op basis daarvan de maatregelen hebben getroffen. Ondernemingen die deze verplichtingen niet nakomen, riskeren geldboetes tot 6.000 euro.

 

Leidinggevenden
Een belangrijke stap in het burn-outbeleid vond in 2015 plaats. Nuytemans: “Toen hebben we een opleiding rond burn-outs georganiseerd voor al onze leidinggevenden. In de opleiding werd onze hiërarchische lijn getraind in het detecteren van signalen die kunnen wijzen op een aankomende burn-out. Wanneer onze mensen een mogelijke burn-out vroegtijdig detecteren en weten hoe ze gepast moeten reageren, dan kan al heel wat leed voorkomen worden. Ook kunnen onze leidinggevenden de oorzaak vormen van stress bij hun personeel. Als ze zich hiervan bewust zijn, kunnen ze erop inspelen en trachten om zo weinig mogelijk druk te creëren. De trainingen hebben bovendien als bijkomend voordeel gehad dat er plots overal over burn-outs gesproken werd. En dat is een goede zaak. Er mag geen drempel bestaan om over dergelijke onderwerpen te babbelen. Niet tussen collega’s onderling, en zeker niet met de leidinggevenden.”

Profiling
Bij Tempo-Team geloven ze heel sterk in het herkennen van risicoprofielen. Nuytemans legt uit: "Uit onderzoek blijkt dat mensen met bepaalde persoonlijkheidskenmerken een groter risico lopen op het ontwikkelen van burn-outs. Dat is bijvoorbeeld het geval bij mensen die heel erg perfectionistisch zijn. Ook een bovenmatig engagement is een risicofactor. Wie te geëngageerd is, kan zijn job niet loslaten en blijft er ook buiten de werkuren nog mee bezig. De moderne communicatietechnologieën werken dit bovendien nog eens in de hand. Diezelfde karakterrekken zorgen bovendien ook voor heel veel stress in de privésfeer. Wie op het werk erg ambitieus en perfectionistisch is, zal dat meestal thuis ook zijn. Deze mensen leggen de lat op privévlak ook erg hoog, en zadelen zichzelf daardoor ook nog eens met extra veel druk op.”
Tempo-Team probeert de mensen met een risicoprofiel te screenen en hen gerichte opleidingen te laten volgen om de druk de baas te kunnen.

HR als wapen
In een volgende fase werd een task force rond het burn-outbeleid opgericht. Doel: het verder uitwerken en bijsturen van het beleid rond burn-outs. In de task force zetelen zowel mensen van de preventiedienst als mensen van de Human Resources-cel.

“Dat is niet meer dan logisch”, aldus Glenn Nuytemans, “veel mensen uit de veiligheidswereld hebben maar weinig voeling met de nieuwe regelgeving over psychosociale risico’s. Zij zijn meer vertrouwd met de harde veiligheid. Onze HR-mensen zijn hier vaar beter voor geschikt. Zij hebben ook nog eens het voordeel dat ze werknemers met een (aankomende) burn-out kunnen overplaatsen naar een andere functie, of de jobinhoud kunnen aanpassen. Naast hun kennis over interne mobiliteit weten de HR-mensen meestal ook meer over de mogelijkheden in verband met thematische verloven, deeltijds werk,… Omwille van die kennis zijn ze onmisbaar in onze task force. Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat de Belgische welzijnswetgeving enkel toegespitst is op de preventiediensten en geen rekening houdt met de HR-diensten.”
Naast de eigen personeelsleden zetelen ook enkele externe stress- en burn-out-specialisten in de task force van Tempo-Team. De task force heeft als doel het beleid op te volgen en verder uit te werken.

Focus op voorkoming
“Ons beleid is een echt voorkomingsbeleid”, aldus Nuytemans. “We willen alles doen om burn-outs te voorkomen. Het re-integreren van werknemers die gedurende lange tijd out geweest zijn met een burn-out, is immers geen eenvoudige zaak. We zien dat veel mensen nooit meer helemaal terug de oude worden na een burn-out. Het zelfvertrouwen heeft een deuk gekregen en de burn-outslachtoffers blijven onzeker over hun eigen stressbestendigheid.”
Helaas kunnen niet alle burn-outs voorkomen worden en valt er af en toe toch iemand uit. Daarom werkt Tempo-Team ook aan een re-integratiebeleid.

Re-integratie
Preventieadviseur Glenn Nuytemans legt uit: “Re-integratie van burn-outslachtoffers is maatwerk. Er bestaat geen pasklare oplossing die bij iedereen werkt. Sommige mensen willen ondanks alles toch graag op de hoogte blijven van wat er gebeurt op kantoor, terwijl anderen de voorkeur geven aan een maandenlange afkoelingsfase. Net omdat iedereen verschillend reageert op een burn-out, hebben we input nodig van het slachtoffer om aan een re-integratietraject te beginnen werken. Wanneer iemand arbeidsongeschikt is door een burn-out laten we daarom na een maand iemand van onze externe dienst contact opnemen. We geven er de voorkeur aan dat dit eerste contact gebeurt door iemand extern. We willen het burn-outslachtoffer immers niet onder druk zetten, en wanneer hij of zij vindt dat het nog te vroeg is de draad terug op te pikken, dan moet hij zich vrij voelen om dit kenbaar te maken. Wanneer iemand klaar is om terug aan de slag te gaan, kijken we samen met de persoon in kwestie wat de mogelijkheden zijn. Is het slachtoffer gebaat bij een overplaatsing naar een anderen functie? Heeft hij of zij liever enkele andere functies? Kan deeltijds werk een oplossing bieden?.....

Nieuwste initiatieven
Tempo-Team probeert op verschillende manieren het (psychosociaal) welzijn van haar medewerkers te bewaren. Een nieuw initiatief is het magazine ‘Vitaal’ dat volledig gewijd is aan het psychosociaal welzijn. Alle middelen die voor de werknemers beschikbaar zijn worden hierin toegelicht en op de cover staat een getuigenis van een medewerker die door een burn-out langdurig afwezig was.
Daarnaast wordt in 2017 de workshop ‘energy@work’ opengesteld voor alle medewerkers. Al de leidinggevenden volgden de workshop vorig jaar. Met deze actie probeert Tempo-Team iedereen bewust te maken van de mogelijke signalen die een burn-out voorafgaan.
 

: PreventFocus 01/2017