Kankerverwekkende stoffen op het werk: het STOP-principe

Carcinogen
Informatie voor werknemers
Heel wat werknemers worden nog steeds blootgesteld aan kankerverwekkende stoffen op het werk. Jaarlijks krijgen dan ook meer dan 120.000 Europeanen de diagnose ‘werkgerelateerde kanker’. 80.000 van hen overleven het niet. Dat komt neer op 53% van het totaal aantal werkgerelateerde overlijdens. Er is maar een manier om werknemers te beschermen: het STOP-principe toepassen. Wat houdt dat juist in?
Geactualiseerd op:
©:

preventActio 04/2024

Kankerverwekkende stoffen 

Carcinogenen of kankerverwekkende stoffen zijn stoffen die kanker kunnen veroorzaken. Ze komen voor in verschillende chemische producten, zoals bepaalde soorten pesticiden, industriële verven of bouwmaterialen, maar ook in sommige levensnoodzakelijke medicijnen. Deze stoffen kunnen kanker veroorzaken door hun gevaarlijke eigenschappen. Ook bepaalde processen kunnen kankerverwekkende stoffen opwekken. Denk maar aan de fijne deeltjes in dieseluitlaatgassen, houtstof of lasrook. 

De overheid, werknemers en werkgevers leveren heel wat inspanningen om blootstelling te verminderen of vermijden, maar sommige carcinogenen kunnen niet altijd vervangen worden. Een groot aantal sectoren blijft dan ook gebruikmaken van kankerverwekkende stoffen. Daardoor worden er nog steeds werknemers blootgesteld. Dat heeft een negatief effect op hun gezondheid.

Blootstelling

Je kan op verschillende manieren blootgesteld worden aan kankerverwekkende stoffen op het werk:

  • Het inademen van verontreinigde lucht is de meest voorkomende manier waarop kankerverwekkers op de werkplek het lichaam binnendringen.
  • Je kan de stoffen ook inslikken. Dat kan gebeuren via eten of drinken, bijvoorbeeld als je in dezelfde ruimte eet als waar de kankerverwekkende stoffen worden behandeld of als je je handen niet wast voor het eten. 
  • Contact met de huid kan ook een besmettingsbron zijn, bijvoorbeeld door je werkkledij aan te raken of met je werkhandschoenen je gezicht aan te raken.

Op het werk

In principe kan iedereen aan kankerverwekkende stoffen worden blootgesteld. Dat gebeurt al als je in een drukke straat met veel uitlaatgassen woont. Bij beroepsmatige blootstelling is het risico om kanker te krijgen echter veel groter. De niveaus van kankerverwekkende stoffen kunnen hoog zijn en de blootstelling duurt lang. Maar blootstelling aan carcinogenen is meestal niet de enige factor die bijdraagt tot de ontwikkeling van kanker bij een werknemer. Bij de meeste carcinogenen is het ook belangrijk op welke manier – aan welke dosissen en hoelang – je wordt blootgesteld. Ook genetische, fysiologische en sociale factoren die een invloed hebben op de gezondheid van de werknemer, kunnen de ontwikkeling van kanker bevorderen.

Voorbeelden van kankerverwekkende chemische stoffen op het werk

  • Aromatische aminozuren zijn vooral nodig voor de productie van kleurstoffen en pigmenten die worden gebruikt om textiel, leder en papier te kleuren, maar ze komen ook voor in de rubberindustrie.
  • Asbest komt nog steeds veel voor in materialen zoals golfplaten, afvoerleidingen of isolatie van verwarmingsleidingen. Het risico op blootstelling bestaat alleen wanneer de vezels vrijkomen tijdens werken (bv. zagen) of wanneer materiaal dat asbest bevat, beschadigd of gecorrodeerd raakt. 
  • Chromium-VI-verbindingen worden onder meer gebruikt om leer te looien, roestvast staal te solderen of metalen voorwerpen te beschermen tegen corrosie. 
  • Uitlaatgassen van dieselmotoren bestaan uit een complexe samenstelling van gasachtige onderdelen en partikels, die kankerverwekkende stoffen bevatten. 
  • Niet of licht bewerkte minerale oliën worden gedestilleerd uit petroleum. Ze worden onder meer in de farmaceutische en cosmetische industrie gebruikt, maar vooral als smeermiddel van onderdelen van transportmiddelen of machines. 
  • Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) ontstaan bij de (onvolledige) verbranding van fossiele brandstoffen (bv. steenkool) of biomassa (bv. hout). 
  • Kwarts is een schadelijke vorm van silica of siliciumdioxide die in zand, in de bodem en de meeste rotsen zit. 

Gezondheidseffecten

Als kankerverwekkende stoffen ingeademd of ingeslikt worden of via de huid het lichaam binnenkomen, kunnen ze in de bloedbaan en de organen, waaronder de longen en de hersenen, terechtkomen. Nadat de stoffen eenmaal in het lichaam zijn binnengedrongen, kunnen ze het DNA van de werknemers beschadigen of kunnen ze de manier veranderen waarop de cellen van het lichaam werken en zich vermenigvuldigen. Dat kan leiden tot kanker en andere gezondheidsproblemen.

Kanker in het spijsverteringskanaal, zoals maag- of darmkanker, kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door asbest, loodbestanddelen of gammastraling. Longkanker kan dan weer veroorzaakt worden door silica, chroom, asbest en dieseluitlaatgassen. 

Interactie

De interactie tussen verschillende kankerverwerkende stoffen kan het risico op kanker vergroten. Zo versterkt roken ook de gevolgen van andere kankerverwekkende stoffen. Longkanker bij rokende werknemers die blootgesteld zijn aan asbest, komt veel vaker voor dan bij hun niet-rokende collega’s.

Het STOP-principe 

Het STOP-principe beschrijft – in hiërarchische volgorde – welke preventiemaatregelen genomen kunnen worden om gevaarlijke blootstelling aan kankerverwekkende stoffen zoveel mogelijk te beperken. De te volgen stappen zijn:

  • Substitutie: Het gebruik van een gevaarlijk product of een kankerverwekkende stof wordt vermeden door het te vervangen door een stof die niet of minder gevaarlijk is voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers.
  • Technische maatregelen: Deze maatregelen worden ingevoerd om het vrijkomen van kankerverwekkende stoffen die een risico inhouden voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op de arbeidsplaats, te voorkomen of te beperken. Het kan dan onder andere gaan om werken in een gesloten systeem, afzuiging bij de bron van het risico, of ventilatie.
  • Organisatorische maatregelen: bijvoorbeeld voorbehouden werkplekken voor het gebruik van gevaarlijke stoffen, beperking van het aantal blootgestelde werknemers of van de arbeidstijd waarin een werknemer blootgesteld kan worden, regelmatig onderhoud van de werkplek, of gepaste informatieverstrekking en opleiding.
  • Persoonlijke bescherming, zoals ademhalingsbescherming, handschoenen, maskers of beschermingskledij: Deze middelen worden ingezet als blootstelling niet op een andere manier vermeden kan worden.

Verantwoordelijkheid van de werkgever

Het is altijd de verantwoordelijkheid van de werkgever om het veiligheidsbeleid te organiseren en de juiste preventiemaatregelen te nemen. Hij is daar wettelijk toe verplicht. Het is de verantwoordelijkheid van de werknemers om de maatregelen juist toe te passen. De FOD Werkgelegenheid lanceerde een interactief spel om daarop te oefenen. Het spel is beschikbaar via de website stopcarcinogenen.be.

Upgrade jouw abonnement

Deze tekst is momenteel niet toegankelijk binnen jouw abonnementsformule. 
Ontdek onze verschillende formules.