Wet Detachering van werknemers: samen tegen sociale dumping
Omzetting in Belgisch recht
De wet van 11 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake detachering van werknemers verscheen in het Belgisch Staatsblad van 20 december 2016. De wet beoogt de omzetting in het Belgische arbeidsrecht van de richtlijn 2014/67 inzake de handhaving van de richtlijn 96/71 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers.
Richtlijn 2014/67 heeft tot doel om de tenuitvoerlegging van de detacheringsrichtlijn te verbeteren door het creëren van een gemeenschappelijk kader van maatregelen tegen het ontduiken van de toepasselijke regels in geval van detachering van werknemers. Ze biedt ook garanties voor de bescherming van de rechten van de gedetacheerde werknemers.
De richtlijn 2014/67 wijzigt niets aan de detacheringsrichtlijn zelf. Die zal dus integraal van toepassing blijven. Deze richtlijn heeft geen betrekking op de aspecten van sociale zekerheid die nog steeds worden geregeld door de verordening (EU) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.
Vier groepen bepalingen
De wet van 11 december 2016 wijzigt verschillende Belgische wetten, waaronder de wet van 5 maart 2002 tot omzetting van de richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten, en tot invoering van een vereenvoudigd stelsel betreffende het bijhouden van sociale documenten door ondernemingen die in België werknemers ter beschikking stellen.
Deze wet spitst zich toe op vier groepen van bepalingen:
- bescherming van de werknemer die vanuit België wordt gedetacheerd
- controle van de arbeidsvoorwaarden van de gedetacheerde werknemer
- hoofdelijke loonaansprakelijkheid (bouwactiviteiten)
- oprichting van een Europees systeem van grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van administratieve sancties en boetes.
Bescherming van de gedetacheerde werknemer
Hiertoe wordt een beschermingsprincipe ingevoerd voor werknemers die vanuit België gedetacheerd wordt naar een andere Staat van de Europese Economische Ruimte of naar Zwitserland. Dit principe bepaalt dat een werknemer die een gerechtelijke of administratieve procedure opstart (om zijn rechten te vrijwaren als gedetacheerde werknemer) geen enkele nadelige behandeling mag ondervinden van zijn werkgever omwille van deze procedure.
Het begrip detachering
Om het toepassingsgebied af te bakenen wordt in de wet het begrip gedetacheerde werknemer gedefinieerd. Gedetacheerde werknemers zijn personen “die tijdelijk arbeidsprestaties verrichten in België en die, hetzij gewoonlijk werken op het grondgebied van één of meer andere landen dan België, hetzij zijn aangeworven in een ander land dan België”.
In de wet betreffende de detachering van werknemers, voert de wet van 11 december 2016 een aantal feitelijke elementen in die moeten leiden tot een betere beoordeling van het begrip detachering en een betere aanpak van situaties die in werkelijkheid geen detacheringen zijn. Zo verwijst de wet onder meer naar het begrip ‘substantiële activiteiten’. De onderneming die gedetacheerde werknemers tewerkstelt, verricht daadwerkelijk “substantiële activiteiten, namelijk activiteiten andere dan uitsluitend intern beheer of administratieve activiteiten”.
Er zijn criteria om te beoordelen of er sprake is van substantiële activiteiten in het land van oorsprong, waardoor postbusondernemingen kunnen worden geweerd.
Controle van de arbeidsvoorwaarden
Wat de arbeidsvoorwaarden betreft, voert de wet nieuwe controlemaatregelen in.
De inspectiediensten zullen de mogelijkheid hebben om verschillende documenten te vragen aan de werkgever die werknemers naar België detacheert :
- een kopie van de arbeidsovereenkomst van de gedetacheerde werknemer;
- diverse inlichtingen;
- een overzicht van de werkuren;
- bewijzen van de betaling van zijn loon.
De wet van 11 december 2016 voert ook een verplichting in voor de detacherende werkgever om een verbindingspersoon aan te duiden die de voor controle benodigde sociale documenten aan de inspectiediensten moet bezorgen.
De inspectiediensten kunnen van de werkgever een vertaling eisen van de documenten waarom zij verzoeken in één van de landstalen of in het Engels.
Dit zal de overdracht van de vermelde documenten aan onze inspectiediensten vereenvoudigen en het contact met buitenlandse werkgevers verbeteren.
Hoofdelijke loonaansprakelijkheid (bouwactiviteiten)
De wet van 11 december 2016 voert (in de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon van de werknemers) een specifiek regime van hoofdelijke loonaansprakelijkheid in voor de directe medecontractant, voor wat bouwactiviteiten betreft.
Dit regime geldt voor alle in België tewerkgestelde werknemers, dus zowel nationale als voor gedetacheerde werknemers. Het heeft betrekking op toekomstige loonschulden, behalve wanneer de hoofdelijke aansprakelijke niet de nodige voorzichtigheid aan de dag heeft gelegd.
Administratieve sancties en boetes
De vierde groep van bepalingen betreft de oprichting van het door de richtlijn voorziene Europese systeem voor grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van administratieve sancties en boetes.
In de praktijk werden op Europees niveau veel problemen vastgesteld bij de invordering van een administratieve financiële sanctie of boete die opgelegd wordt aan een werkgever die in een andere staat gevestigd is. Om deze problemen op te lossen wordt een systeem ingevoerd waardoor:
- de bedragen van door een andere lidstaat opgelegde sancties en boetes ingevorderd zullen worden door de Belgische instanties en overgemaakt zullen worden naar de Belgische schatkist;
- de bedragen van de door Belgische instanties opgelegde sancties en boetes die worden ingevorderd door de instanties van een andere lidstaat, aan die andere lidstaat zullen toe komen.
Opmerkingen
In de opmerkingen in het Rapport namens de Commissie voor Sociale Zaken, wordt er kritiek geuit op de definitie van detachering: "Die definitie biedt geen oplossing voor het probleem van de uitzendbedrijven. Hij betreurt dat men de gelegenheid niet te baat heeft genomen om een einde te maken aan de stroom tijdelijke werknemers die door Nederlandse uitzendbureaus in België worden gedetacheerd".
Een andere spreker heeft vragen over de tijd die nodig was voor de omzetting. “België heeft de al toebedeelde termijn overschreden. Die vertraging is in het licht van de omvang van het betrokken fenomeen betreurenswaardig. Men raamt het aantal verloren banen in de bouwsector als gevolg van de oneerlijke concurrentie van gedetacheerde werknemers aldus op 10 000.”
Bronnen:
Rapport namens de Commissie voor Sociale Zaken
Wet van 11 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake detachering van werknemers in het Belgisch Staatsblad van 20 december 2016