Tussentijdse evaluatie van de Europese strategie 2007-2012

In een resolutie van 15 december 2011 stelt het Europees Parlement haar rapport voor over de tussentijdse evaluatie van de Europese strategie voor veiligheid en gezondheid op het werk 2007-2012. Welke elementen worden benadrukt?
Gearchiveerd Info
Geactualiseerd op:
Onderwerpen:
©:
PreventActua 02/2012

Wetgeving beter toepassen

Het rapport van het Europees Parlement herinnert er in de eerste plaats aan dat het Europees referentiekader inzake gezondheid en veiligheid op het werk het op zichzelf niet mogelijk maakt automatisch de arbeidsomstandigheden te verbeteren. De goede uitvoering op het terrein moet gebeuren via, onder andere, de participatie van de werknemers, de mechanismen van het driepartijenoverleg (sociaal overleg), het verzamelen en verspreiden van gegevens, bewustmakingscampagnes, het opzetten van opleidings- en voorlichtingsdiensten en de controle van de toepassing van de wetgeving. Wanneer inbreuken worden vastgesteld, zou de Commissie dan snel moeten optreden, en zo nodig de sancties aanscherpen. Ze zou ook meer meetbare doelstellingen moeten opstellen, vergezeld van bindende tijdschema's en een tussentijdse evaluatie.

Het Parlement is van mening dat in de nationale strategieën meer inzet en middelen aan preventie moeten worden besteed. De nationale strategieën zouden ook moeten aangepast worden aan de specifieke situatie in elke lidstaat en het accent moet gelegd worden op de sectoren en bedrijven met de meeste arbeidsongevallen.

De gevolgen van de crisis voor de economie en de ernst van de recessie in een aantal lidstaten zouden niet mogen worden aangegrepen als voorwendsel om de wetgeving inzake gezondheid en veiligheid op het werk toe te passen op een manier die minder strikt is of ongunstig uitpakt voor de voorkoming van beroepsrisico's.

 

Preventiebeleid

De ondernemingen zouden meer moeten investeren in beleid ter voorkoming van risico's en hierbij de participatie van de werknemers moeten waarborgen. Om werkelijk efficiënt te zijn, moet ongevallenpreventie reeds in het planningsstadium van start gaan, zodat het product en het productieproces als geheel veiliger worden. Onderzoek op dit terrein zou ondersteund en aangemoedigd moeten worden. Het zou ook interessant zijn meer gegevens te verzamelen ter beoordeling van de gevolgen van een goede risicopreventie op de productie van bedrijven.

Het is belangrijk kmo’s (kleine en middelgrote ondernemingen) te helpen bij de uitvoering van hun beleid inzake risicopreventie (b.v. via eenvoudige en gerichte initiatieven zoals OiRA) en ervoor te zorgen dat werknemers van de kmo’s toegang hebben tot preventiediensten.

Het Parlement vraagt de lidstaten om de gezondheid en veiligheid op het werk in de opleiding te integreren (ook in het universitair onderwijs) en dringt erop aan dat ook bij de toekenning van overheidsopdrachten rekening wordt gehouden met de veiligheidsniveaus en met de methoden om ongevallen te voorkomen.

 

Arbeidsinspectie en preventiediensten

De resolutie onderstreept de rol van de arbeidsinspectie, die de controle op de uitvoering van de bestaande wetgeving verzekert. De parlementsleden zijn van mening dat de lidstaten een opleiding van hoge kwaliteit moeten waarborgen voor hun arbeidsinspecteurs en dat ze het personeel en de middelen voor hun arbeidsinspectie moeten verhogen om de doelstelling van één inspecteur op 10.000 werknemers te halen, overeenkomstig de aanbevelingen van de IAO (Internationale Arbeidsorganisatie).
Het Parlement is van oordeel dat de onafhankelijkheid van de preventiediensten ten opzichte van de werkgever gewaarborgd moet zijn en hoopt in dit kader, onder andere, dat een streefcijfer wordt vastgesteld van één preventieadviseur per 3.000 werknemers.

 

Beroepsziekten en arbeidsongevallen

De Commissie zou de Europese sociale partners moeten raadplegen over de lijst van beroepsziekten op basis van een wetenschappelijke analyse van de belangrijkste huidige bekende risico's (met name psychische ziektebeelden en asbest). Er zou moeten geëvalueerd worden of de Aanbeveling 2003/670/EG betreffende de Europese lijst van beroepsziekten niet geactualiseerd en verplicht zou moeten worden. Een Europees programma om toezicht uit te oefenen op beroepsrisico's zou ontwikkeld moeten worden. Het onderzoek naar de gevolgen, ook op lange termijn, van een aantal werkzaamheden voor de gezondheid moet worden verdiept, door de nadruk te leggen op ziektegevallen die zich een bepaalde tijd na de periode van beroepswerkzaamheid voordoen.

Voor wat betreft de arbeidsongevallen, verzoekt het Parlement de lidstaten een strengere controle te verrichten van het niet-melden van deze ongevallen.

 

Betrouwbare gegevens

Het rapport benadrukt het feit dat in de Europese Unie een gebrek is aan geactualiseerde statistische gegevens in verband met veiligheid en gezondheid op het werk, onder meer op het niveau van geslacht en leeftijd van de personen die een arbeidsongeval hebben gehad, van het percentage werknemers dat wordt blootgesteld aan chemische, fysische en biologische agentia of nog van de nationale indicatoren inzake het risico op het krijgen van kanker. Het Parlement vindt dat men zou moeten kunnen nagaan in hoeverre de EU-wetgeving inzake gezondheid en veiligheid in de praktijk in de lidstaten is nageleefd om het gekwantificeerde streefcijfer van een vermindering van het aantal beroepsongevallen met 25% te bereiken. De parlementsleden onderstrepen ook het feite dat gemeenschappelijke en uniforme definities ontbreken: er zou een duidelijke definitie van arbeidsongeval (incl. traject van thuis naar het werk), beroepsziekte en pesten op het werk moeten komen. Stress op het werk zou aan de hand van precieze indicatoren moet kunnen worden gemeten.

 

Focus op kanker, stress en MSA
Het Parlement betreurt het feit dat een aantal lidstaten hun nationale strategie in 2009 niet hebben afgestemd op de drie prioriteiten in de strategie van de EU (stress, burn-out en musculoskeletale aandoeningen (MSA)). In verband met stress op het werk, dringen de Europarlementsleden, die benadrukken dat dit fenomeen een belangrijke belemmering vormt voor de productiviteit in Europa, er bij de Commissie op aan om ervoor te zorgen dat het kaderakkoord over stress op het werk van 8 oktober 2004 in elke lidstaat wordt uitgevoerd. Ze verzoeken verder de sociale partners om meer te ondernemen om werkgevers, werknemers en hun vertegenwoordigers bewuster te maken van meer de gevolgen van stress op het werk. De parlementsleden wensen ook dat het toekomstige wetsvoorstel over musculoskeletale aandoeningen op alle werknemers van toepassing is.

Preventie van werkgerelateerde kanker en hart- en vaatziekten en aandoeningen van de luchtwegen hebben de aandacht getrokken van het Parlement dat, in dit kader, voorstelt om Richtlijn 2004/37/EG betreffende carcinogene of mutagene agentia te herzien, een voorstel te doen in 2012 met het oog op een verbod op roken op alle arbeidsplaatsen en een initiatief van de Commissie op te starten om de asbestreglementering aan te vullen.


Nieuwe risico's
De Europarlementsleden zouden willen dat de lidstaten onderzoek stimuleren en meer middelen aan preventie van "nieuwe risico's" en hun impact op de gezondheid besteden. Een effectbeoordeling van de potentiële risico's van nieuwe technologieën, schadelijke stoffen en risicofactoren, met inbegrip van de arbeidsorganisatie op de werkplek zou moeten uitgevoerd worden. De wetenschappelijke gegevens zouden moeten doorgegeven worden aan de ondernemingen, om risico’s te kunnen anticiperen. De parlementsleden eisen ook een bijwerking van de wetgeving om rekening te houden met die “nieuwe” risico's. Zo moeten onder andere nanomaterialen volledig onder de Europese regelgeving inzake de gezondheid en veiligheid op het werk vallen.    

 

Risicogroepen 

Er moet extra aandacht komen voor risicogroepen, zoals jongeren, vrouwen (die in het algemeen meer last hebben van werkgerelateerde gezondheidsproblemen en van musculoskeletale aandoeningen), zwangere vrouwen, werknemers van boven de 55 jaar, gehandicapte werknemers en immigranten. De resolutie stelt onder andere voor om aangepaste arbeidsomstandigheden voor oudere, invalide of gehandicapte werknemers te ontwikkelen, om deeltijds werk te bevorderen onder oudere werknemers en om gendermainstreaming te integreren in de beleidsmaatregelen inzake de gezondheid en veiligheid op het werk. Men moet ook tegemoet komen aan de ontoereikendheid van de beoordeling van de risico's waaraan zwangere vrouwen op het werk zijn blootgesteld.

 

Nieuwe vormen van werken

De parlementsleden zijn verontrust over de toename van atypische werkvormen: onderaanneming, uitzendwerk, onderbroken arbeidstijden, onregelmatige uren,… De toename van niet-gestandaardiseerde soorten arbeid vergen een doelgerichtere benadering van de bescherming van de werknemers. Op dit vlak stellen ze voor wetenschappelijk onderzoek te doen naar de gevolgen van het werken op zondag voor de gezondheid van de werknemers. Ze achten het noodzakelijk het verband te bestuderen tussen aandoeningen en de werkorganisatie, met inbegrip van de arbeidstijdenregeling.

 

Chemische risico's

Het EU-beleid inzake chemische risico's, de preventie van werkgerelateerde kanker en de bescherming van de voortplantingsorganen moet ambitieuzer en alerter zijn. In de resolutie verzoeken de parlementsleden de Commissie en de lidstaten om de tenuitvoerlegging van REACH te bespoedigen, met name de vervanging van de zorgwekkendste chemische stoffen. Ze onderstrepen de noodzaak van een grotere synergie tussen de tenuitvoerlegging van REACH en de beleidsmaatregelen inzake de gezondheid en veiligheid op het werk zowel op Europees niveau als in de diverse lidstaten. 

 

Elektromagnetische velden
De Europarlementsleden betreuren dat de Commissie vertraging heeft opgelopen bij de indiening van een nieuw wetsvoorstel na het uitstel van de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2004/40/EG betreffende minimumvoorschriften inzake de gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan risico's die verband houden met elektromagnetische velden. Ze dringen aan op een snelle tenuitvoerlegging van de relevante wetgeving wanneer deze is aangenomen. 

 

Bescherming voor "waarschuwingspersonen"
Het Europees Parlement verzoekt de Commissie ook om een richtlijn op te stellen die personen die terecht, met name door deze te melden aan de bevoegde arbeidsinspectie, voor niet-herkende risico's voor de gezondheid en veiligheid op het werk een extra bescherming biedt. Deze personen moeten bescherming genieten om te voorkomen dat druk op hen wordt uitgeoefend (dreigen met ontslag,…).
 

Lees hier het volledige rapport

 

Upgrade jouw abonnement

Deze tekst is momenteel niet toegankelijk binnen jouw abonnementsformule. 
Ontdek onze verschillende formules.