Risicoanalyse op maat van kappers
Risicoanalyse
Risicoanalyse is een belangrijk element bij de uitbouw van een beleid welzijn op het werk. In de zeer kleine ondernemingen (ZKO, minder dan 20 werknemers) ligt de uitvoering van een risicoanalyse niet voor de hand. Meestal is er geen interne preventieadviseur en neemt de werkgever deze taken op. Dat betekent ook dat de betrokkenen zich niet altijd bewust zijn van de noodzaak van het uitvoeren van een risicoanalyse en vaak niet over de nodige informatie en kennis beschikken om een dergelijke analyse uit te voeren
OiRA
Recent heeft het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk (EU-OSHA) de online tool OiRA (Online interactive Risk Assessment, www.oiraproject.eu) gelanceerd dat zich specifiek richt naar de (zeer) kleine ondernemingen. Het Agentschap stelt de OiRA-webapplicatie ter beschikking van sociale partners en nationale overheidsinstanties van de lidstaten om risicoanalyse-instrumenten voor specifieke (deel-)sectoren uit te werken en te verspreiden.
Het doel van het Europees Agentschap is om via de gratis OiRA-instrumenten, op maat van specifiek sectoren, het uitvoeren van risicoanalyses in zeer kleine en kleine ondernemingen te vergemakkelijken en te stimuleren. Het is de bedoeling dat in nauw overleg met sociale partners uit de betreffende sectoren verschillende OiRA-tools ontwikkeld worden.
Er zijn al meer dan 15 Europese lidstaten bij het OiRA-project betrokken. Voor België zijn de FOD WASO en VBO de officiële OiRA-partners.
OiRA structuur
Alle OiRA-tools zijn op dezelfde manier opgebouwd. Na het inloggen wordt de eindgebruiker (het bedrijf) door vijf stappen geloodst:
1. Voorbereiding: de eindgebruiker maakt aan de hand van een inleidende tekst kennis met het instrument.
2. Identificatie: de eindgebruiker overloopt de risico’s/problemen en antwoordt met ‘ja’ of ‘neen’ (of ‘niet van toepassing’).
3. Evaluatie: de eindgebruiker evalueert de risico’s voor elk probleem/risico dat werd opgemerkt. Dit gebeurt aan de hand van een schatting (hoog-gemiddeld-laag) of via een berekening (waarschijnlijkheid, frequentie, ernst).
4. Actieplan: de eindgebruiker stelt een actieplan op met maatregelen om alle vermelde risico’s te behandelen.
5. Rapport: het actieplan wordt een rapport dat kan worden gedownload.
Elk OiRA-instrument is hiërarchisch opgebouwd, met modules (en eventueel submodules), risicostellingen ('risk statements') en oplossingen.
• modules: onderwerpen (locaties, activiteiten, enz.);
• submodules (niet verplicht): ondergeschikte onderwerpen;
• risico's: stellingen over een situatie die zich voordoet, waarop met 'Ja' of 'Nee' (of 'Niet van toepassing') moet worden geantwoord;
• oplossingen: aanbevolen preventiemaatregelen om het probleem op te lossen.
Het OiRA-systeem laat toe om de verschillende risicostellingen op te delen in drie risicotypes:
• prioriteitrisico ('priority risk'): verwijst naar een risico dat door de sector wordt beschouwd als één van de belangrijkste risico’s in de sector;
• risico ('risk'): verwijst naar bestaande risico’s op de werkvloer of houdt verband met het uitgevoerde werk;
• beleid ('policy risk'): verwijst naar overeenkomsten, procedures en managementbeslissingen over kwesties met betrekking tot veiligheid en gezondheid op het werk.
Voor de evaluatie van de risico's kunnen de ontwerpers uit twee evaluatiemethodes kiezen:
• geschat: door een keuze te maken uit 'hoog', 'gemiddeld' of 'laag';
• berekend: door de waarschijnlijkheid, frequentie en ernst afzonderlijk te beoordelen. Het OiRA-instrument zal vervolgens automatisch de prioriteit berekenen.
Wanneer de ontwerpers kiezen om 'prioriteitrisico’s' en 'beleidsrisico's' toe te kennen, moet de eindgebruiker geen evaluatiestap meer uitvoeren.
OiRA voor kappers
Prevent ontwikkelde de OiRA voor kappers in nauwe samenwerking met een begeleidingscomité. Dit comité bestond uit partners/experten die zelf in de sector werken of ervaring hebben met de Belgische kapperssector: de sociale partners van het Paritair Comité 314 (UBK/UCB en de vakbondsorganisaties ACV-CSC, ABVV-FGTB, ACLVB-CGSLB), het onderwijs, de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (Co-Prev) en arbeidsgeneesheren (B.B.v.Ag.), DETIC en FOD WASO). Tijdens vier vergaderingen werden de voortgang en de resultaten voorgesteld, besproken en bediscussieerd. Op die manier konden de aanpak en de OiRA-tool worden bijgestuurd.
Alvorens te beginnen met het ontwerp van de structuur van 'OiRA Kappers', werd er eerst een overzicht gemaakt van de structuur en inhoud van de geïnventariseerde informatie en van de instrumenten uit binnen- en buitenland. CAO 2012/31400/71 vormde de basis van wat minimaal moest worden opgenomen: de inhoud van de cao werd iets anders gegroepeerd en zo omgezet in modules en risicostellingen. Deze structuur, en de inhoud ervan (risicostellingen, wet- en regelgeving, afbeeldingen, oplossingen, enz.), werden daarna in detail uitgewerkt in een Word-document. De eerste versie werd vervolgens voorgelegd aan het begeleidingscomité en een online versie werd getest in een aantal kapsalons. Op basis van deze feedback en tests werd het instrument verder aangepast en gefinaliseerd. Het finale Nederlandstalige document werd daarna vertaald naar het Frans.
Het risicoanalyse-instrument werd in zeven modules onderverdeeld, gebaseerd op de verschillende risico’s die in de werkplek voorkomen: kapperscosmetica, huidbescherming, inrichting en onderhoud van het salon, meubilair en werkhouding, kappersmaterieel en kledij, organisatie van het werk, en personeel & preventie.
In totaal worden 59 risicostellingen opgemaakt. Bij de keuze en het formuleren van deze stellingen werd onder meer gelet op het feit dat alle items van de CAO 2012/31400/71 aan bod kwamen. De OiRA-tool stelt aan het begin dat de analyse het best wordt gedaan door de werkgever en/of salonverantwoordelijke en een aantal van de collega’s/medewerkers. Om de identificatie van de risico’s te vergemakkelijken, wordt er altijd een woordje uitleg gegeven over het risico en hoe het kan worden vermeden. Bij het merendeel van de stellingen werden passende beelden toegevoegd.
Na de identificatie en evaluatie moet men in de volgende stap nadenken over de mogelijke maatregelen die men kan nemen. De werkgever/salonverantwoordelijke kan dit zelf invullen, maar er werd voor elke risicostelling ook één of meerdere standaardoplossingen voorgesteld. Hierbij werd rekening gehouden met de volgorde van de preventiehiërarchie (aankoop en/of inrichting; organisatie van het werk; afspraken, instructies en toezicht; en informeren en voorlichting).
Op het einde van de OiRA-analyse kan een rapport (als .rtf en als .xls file) van de risicoanalyse worden gedownload en geprint.
Uitdagingen voor de makers van een OiRA-instrument
In het eindrapport van het project gaven de onderzoekers van Prevent nog mee wat de belangrijkste moeilijkheden en uitdagingen waren en zijn bij het ontwikkelen van een OiRA-instrument. Zo bleek het niet altijd eenvoudig om de juiste balans te vinden tussen volledigheid en duidelijkheid (zorgen dat alle/de meeste risico’s aan bod komen en duidelijk beschreven staan) en gebruiksvriendelijkheid (korte teksten, korte zinnen, duidelijke taal,…). De taal in OiRA-instrumenten moet gemakkelijk te begrijpen zijn, zonder nood aan interpretatie. Bij het verwijzen is het belangrijk om benamingen te gebruiken waarmee de bedrijven vertrouwd zijn en die door hen gewoonlijk worden gebruikt. Korte zinnen (bij voorkeur maximaal tien woorden) en duidelijke alledaagse taal die gemakkelijk leesbaar is door een leek, verhinderen dat de eindgebruiker een afkeer krijgt om het instrument te gebruiken, en stellen hem in staat een beoordeling te maken en het OiRA-instrument correct te gebruiken.
Belangrijk is ook dat de ontwikkelde OiRA-tool geen definitief, statisch instrument is. Op basis van de feedback van de eindgebruikers en stakeholders uit de kapperssector, kan het instrument - in overleg met de sociale partners - op een redelijk eenvoudige wijze worden aangepast, ingekort, uitgebreid, enz.
Een online risicoanalyse-instrument, zoals OiRA, is niet dé oplossing om te komen tot meer preventie en welzijn in de kapperssector. Daarvoor moet er op verschillende vlakken (sensibiliseringscampagnes; onderwijs en opleidingen; inrichters, leveranciers en producenten; medische onderzoeken; overheid en inspectie) worden ingezet, zoals het ook is opgevat in de recente CAO 2012/31400/71. Om de slaagkansen van een OiRA-tool zo groot mogelijk te maken is het belangrijk dat de toekomstige gebruikers op een juiste manier worden geïnformeerd over wat de tool kan en doet, maar ook wat die niet kan en niet doet. Op die manier kunnen veel frustraties bespaard worden en zal de tool ook meer en beter worden gebruikt. Het informeren van de eindgebruikers (dit zijn in de eerste plaats de werkgevers en salonverantwoordelijken) kan het best gebeuren via een 'face-to-face'-begeleiding (persoonlijk of in groep).
Het voordeel van een instrument als OiRA is dat het ook kan gebruikt worden in het lessenpakket van leerling-kappers (en dus ook de toekomstige zaakvoerders) en in trainingen/workshops van UBK/UCB. Bovendien kan het complementair zijn aan de service van externe diensten, waardoor deze meer aandacht kunnen besteden aan het adviseren en ondersteunen bij de keuze en implementatie van preventiemaatregelen.
De OiRA Kappers werd op 7 oktober 2013 officieel voorgesteld tijdens het ‘Seminarie over de OiRA risicopreventietool voor KMO’s’ op de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
De OiRA voor kappers is voor iedereen, uit alle sectoren toegankelijk via de link https://client.oiraproject.eu. Het volstaat om je gratis te registreren.
Momenteel ontwikkelt Prevent, met de ondersteuning van de FOD WASO, ook een OiRA-tool voor de houtsector.