Lassen: wegkijken van de vlam, niet van de risico's
Lassen
Wegkijken van de vlam, niet van de risico’s
We denken allemaal wel te weten wat lassen is. Maar lassen is complexer dan je denkt. Bovendien zijn er ook wel wat gevaren aan verbonden.
Geschiedenis
Lange tijd was smeden de enige methode om metalen aan elkaar te verbinden. Het metaal werd warm gemaakt en gehamerd. Het smeedproces werd in de 16de tot de 18de eeuw steeds verbeterd. Begin 19de eeuw werd het booglassen uitgevonden maar dat brak pas goed door in de 20ste eeuw.
Indeling van een aantal bekende lastechnieken
Lasprocessen kunnen in 2 grote groepen ingedeeld worden druklassen en smeltlassen.
Bij druklassen worden twee onderdelen op elkaar gedrukt en in het drukpunt worden ze door toevoer van energie aan elkaar gelast. Er wordt geen materiaal aan de las toegevoegd.
Bij smeltlassen wordt het materiaal van de werkstukken plaatselijk (ter hoogte van de verbinding) gesmolten. In dit smeltbad wordt extra materiaal toegevoegd. Eens afgekoeld vormen beide delen nu één geheel.
Druklassen smeltlassen
Zonder directe elektrische energietoevoer Mét directe elektrische energietoevoer Zonder directe elektrische energietoevoer Mét directe elektrische energietoevoer
ultrasoonlassen puntlassen autogeenlassen TIG-lassen
Plasmalassen
MIG/MAG-lassen
elektrodelassen
Het booglassen werd enorm populair in de eerste helft van de 20ste eeuw. Tijdens de tweede wereldoorlog deed men veel onderzoek naar de beste lastechnieken. Kort na de oorlog vond men het TIG-lassen en het plasmalassen uit. Hiermee kon men nu ook onedele metalen als aluminium lassen. Het TIG-lassen was minder geschikt om zware lassen te maken. Het MIG/MAG-lassen kon dit wel door de constant toegevoerde draad. Eind jaren 50 werd het lasproces gevulde draad uitgevonden zodat er veel sneller gelast kon worden.
Risico’s voor de lasser
Lassen is al zolang ingeburgerd dat we niet meer stilstaan bij de risico’s waaraan een lasser allemaal wordt blootgesteld:
o Lasrook (inademen van giftige dampen)
o Elektrische risico’s (elektrisering of elektrocutie)
o Kunstmatige optische straling (lasogen)
o Verbrandingsrisico
o Mogelijke blootstelling aan radioactiviteit (kanker)
o Risico op vermoeidheid en musculoskeletale aandoeningen (door de langdurige moeilijke posities)
o Hand/armtrillingen (tijdens voorbereidingswerkzaamheden) en lawaai (gehoorschade)
o Elektromagnetische velden (kankers)
o Werken met gassen onder druk (explosiegevaar)
o Werken in besloten ruimten (verstikkingsgevaar, explosiegevaar)
Risico’s voor passanten
Wie in de buurt komt van een lasser let dus best op. Sommige risico’s blijven immers niet beperkt tot de lasser.
Verbranding
Bij het lassen van aluminium of inox komt er heel veel UV-straling vrij. Het is mogelijk dat je op een afstand van de lasser toch nog verbrandt als de straling kan weerkaatsen.
Rook
Sommige lasprocessen veroorzaken meer rook dan andere. In lasrook kunnen heel wat stoffen zitten. Die stoffen zijn afkomstig van het te lassen materiaal, maar vooral van het toegevoegde materiaal of resterende stoffen op het werkstuk. Normaal gezien moet de werkgever maatregelen nemen opdat de blootstelling onder de grenswaarden blijft. Praktisch is het niet altijd zo eenvoudig om die maatregelen te nemen. Lasrook kan zich dus verspreiden in de werkomgeving.
Lawaai
De ene lastechniek maakt meer lawaai dan de andere. Zo is puls MIG-lassen, MIG/MAG-lassen en autogeen lassen behoorlijk lawaaierig. Lassers dragen gehoorbescherming maar draag jij gehoorbescherming als je in de buurt komt?
Spetters
Als een laspost slecht is afgesteld of als men een vuile of verkeerde lasdraad gebruikt, dan kan men wel eens gensters of spatten krijgen. Lassers dragen om verschillende redenen gesloten kledij. Vaak dragen ze zelfs getten over hun schoenen. Als voorbijganger draag je gegarandeerd niet dezelfde kleding.
Brandgevaar
Gensters en spatten kunnen ook zorg voor brandgevaar. Een lasser of monteerder zal altijd de omgeving waarin hij werkt controleren om er zeker van te zijn dat er geen brandbare materialen of vloeistoffen blijven staan. Pas daarna zal hij aan het werk gaan. Zorg er dus voor dat je tijdens zijn werkzaamheden geen brandbare materialen of vloeistoffen in zijn omgeving brengt.
Manipuleren van materiaal
Pas gelast materiaal kan heet zijn en daarom niet alleen ter hoogte van de las. Raak gelaste werkstukken dus niet aan.
Elektrisering
Soms gebeurt het dat de massaverbinding van het werkstuk niet ideaal is. Als je het werkstuk dan aanraakt, kan het zijn dat de doorgang door jouw lichaam voor de stroom de gemakkelijkste weg is. Dit is geen leuke gewaarwording.
Bronnen: Lasgroep Regio Noord
Wikipedia
www.emgas.nl