Meer absenteïsme: nood aan betere preventie

Uit onderzoek van HR-dienstverlener Acerta blijkt dat het ziekteverzuim in België vorig jaar structureel gestegen is tegenover 2011. Een goed preventiebeleid en de re-integratie van zieke werknemers zijn daarom van groot belang.

Korte en langdurige afwezigheid
Bij langere afwezigheid tussen 1 en 12 maanden zien we een stijging van 20% gedurende de laatste vijf jaar. Bij het korte absenteïsme was er sinds 2011 een minieme stijging van 0,06% in 2015. In het onderzoek zet Acerta de verschillende ziekteverzuimepisodes uiteen. De verschillende lengtes van ziekteperiodes hebben een andere impact op de collega’s, op de onderneming en de economie, daarom is een aparte behandeling van korte (periode minder dan een maand waarvoor de werknemer een gewaarborgd loon uitbetaald krijgt) en lange afwezigheden (tussen 1 en 12 maanden) noodzakelijk.

Meer ziekteverzuim in grote ondernemingen
Uit het onderzoek van Acerta blijkt dat de grootte van de organisatie een belangrijke factor is, onafhankelijk van de duur van alle ziekteverzuimperiodes. Hoe kleiner het aantal werknemers, hoe minder de werknemers afwezig zijn door langdurige ziekte. Bij bedrijven met minder dan 5 werknemers, is er een dagelijkse afwezigheid van 4% van het aantal werkenden. Bij 50 tot 100 werknemers stijgt dit structureel tot 7,5% en bij bedrijven met meer dan duizend werknemers is het 9,5%.
Ook bij langdurige afwezigheid, speelt de grootte van het bedrijf een rol. Van alle bedrijven met minder dan 5 werknemers was 1,3% van de werknemers langer dan een maand afwezig in 2015, maar minder lang dan een jaar. Voor de ondernemingen met 50 tot 99 werknemers is dit 2,1%, en dit stijgt tot 2,7% in bedrijven met meer dan duizend werknemers.

Risicogroep: de leeftijdscategorie van 28 tot 53
De voorbije vier jaar is er een sterke stijging te merken van het korte ziekteverzuim in de leeftijdscategorie van 23- tot 28-jarigen. Er is een toename van 20%. Jongeren waren met andere woorden in 2011 gemiddeld bijna 4 arbeidsdagen afwezig terwijl dat in 2016 gestegen is tot quasi 5 arbeidsdagen gemiddeld per jaar. De traditionele risicogroepen situeren zich nog steeds in de leeftijdscategorie van 28- tot 53-jarigen, dit is doorheen de jaren zo goed als ongewijzigd gebleven. De afwezigheid tijdens de eerste maand stijgt met de leeftijd tot 48 jaar. Na deze leeftijd daalt het kortstondig ziekteverzuim van deze werknemers.

Meer arbeiders dan bedienden
Arbeiders zijn dubbel zo veel afwezig dan bedienden: vorig jaar waren dat 10 op 100 arbeiders, terwijl bij bediende het er 5 op 100 waren. Tegenover 2011 betekent dit een stijging van 10% bij arbeiders, bij de bedienden is dit zelfs een stijging van 12%.
Ook langdurige afwezigheid komt vaker bij arbeiders voor dan bij bedienden.
Het absenteïsme op korte termijn is vrij stabiel bij arbeiders. Acerta merkt zelfs een minieme daling sinds 2011 van 0,09% op, terwijl bij de bedienden een licht stijgende trend op te merken is in 2015.

Het belang van een preventiebeleid en re-integratie
Een goed ziekteverzuimbeleid kan het aantal afwezigheden verminderen zowel op korte als op lange termijn.

Betrokkenheid van de medewerker
Dat grote bedrijven het meest getroffen worden door ziekteverzuim valt mogelijk te verklaren door het feit dat de werknemers zich minder betrokken voelen bij het bedrijf omwille van de grootte versus het individu. Ondernemingen die hun werknemers meer betrekken, zullen de positieve effecten hiervan op hun verzuimcijfers snel kunnen vaststellen.

Contact houden
Het is ook belangrijk dat de werkgever zijn houding aanpast en vanaf de eerste maand afwezigheid contact houdt met de zieke werknemer. Ook al is de werknemer slechts enkele dagen ziek, het is belangrijk dat leidinggevende hem achteraf vanuit een oprechte bezorgdheid vraagt hoe het met hem gaat.

Duidelijke afspraken maken
De onderneming dient ook enkele strikte richtlijnen op te opzetten om de afwezigheden te verminderen. Welke leidinggevende moet de zieke werknemer inlichten en op welke manier? Hoe kan het werk opgevangen worden door de collega’s?

Vroegtijdige opsporing
Preventief de signalen opvangen kan een langdurige afwezigheid in de toekomst voorkomen. Voor werkgevers wordt preventie op langdurige ziekte ook essentieel als het recente voorstel van minister van Sociale Zaken en Gezondheidszorg Maggie De Block erdoor komt. Bedrijven zouden dan tot 10 procent van de ziekte-uitkering moeten betalen tussen de tweede en de zevende maand ziekte.

Langdurig zieken
Qinds begin oktober 2016 krijgen langdurig zieken een maand na het begin van hun afwezigheid, een vragenlijst toegestuurd. Op basis daarvan wordt samen met de adviserend geneesheer bekeken of en hoe ze opnieuw aan het werk kunnen gezet worden.
Langdurig zieken die langer dan een jaar afwezig zijn, worden sinds oktober strenger getest door het RIZIV. Dit om na te gaan of ze echt arbeidsongeschikt zijn. Dat gebeurt in het kader van het voorstel van minister De Block om mensen na lange afwezigheid weer aan het werk te helpen via een re-integratietraject.
Werknemers die lange tijd ziek zijn, maar in de toekomst volgens de artsen nog kunnen werken, kunnen zo begeleid worden naar (aangepast) werk.

Bron: Acerta.be

: PreventMail, PreventActua 21/2016