Andere besluiten i.v.m. het ARAB

Geactualiseerd op:

11 februari 1946. — Besluit van de Regent houdende goedkeuring van de titels I en II van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (BS 3-4-1946).

Art. 1.

Titels I en II van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming zijn goedgekeurd zoals zij als bijlage bij dit besluit gevoegd zijn.

Art. 2.

Al de vroegere bepalingen over zaken welke krachtens dit besluit opnieuw worden gereglementeerd, worden ingetrokken.

Art. 3.

Dit besluit en het daarbij gevoegd reglement worden op 15 april 1946 van kracht, met uitzondering van artikelen 73 tot 96, waarvan de toepassing tot op 1 januari 1947 wordt verschoven. Sommige afwijkingen mogen aan de op 15 april 1946 in werking getreden bepalingen van het reglement, toegestaan worden. Deze afwijkingen, die uiterlijk op 14 april 1947 vervallen, worden door de Ministers van Arbeid en Sociale Voorzorg, van Volksgezondheid en van het Gezin en van Economische Zaken, ieder wat hem betreft, verleend.

Art. 3bis.

De politie over de inrichtingen, waarvan de lijst in hoofdstuk II van het hierbijgevoegd reglement opgemaakt werd, blijft aan het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg verbonden met uitzondering evenwel van de in tabel B van deze lijst opgegeven inrichtingen, die voort van het Departement van Volksgezondheid en van het Gezin zullen blijven afhangen.
Deze tabel mag, volgens de vastgestelde behoeften, in gemeen overleg, door de in voorgaand artikel vermelde Ministers, gewijzigd of aangevuld worden. Het toezicht over de vergunningsplichtige inrichtingen, zover het de uitwendige salubriteit en het verband tussen de volksgezondheid en het arbeidsregime ten doel heeft, zal eveneens binnen de bevoegdheid van het Departement van Volksgezondheid en van het Gezin vallen.

Art. 4.

De Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg, de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin en de Minister van Economische Zaken worden, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.]

27 september 1947. — Besluit van de Regent houdende goedkeuring van de titels III, IV en V van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (BS 3-10-1947).

Art. 1.

De titels III, IV en V van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming zijn goedgekeurd zoals zij als bijlage bij dit besluit gevoegd zijn.

Art. 2.

Al de vroegere bepalingen over zaken welke krachtens dit besluit opnieuw worden gereglementeerd, worden ingetrokken.

Art. 3.

Onze ministers zullen, ieder wat hem betreft, in uitzonderlijke omstandigheden, afwijkingen mogen toestaan aan de voorschriften, die het voorwerp uitmaken der titels III en IV, van dit reglement.
Deze afwijkingen, waaromtrent een gemotiveerde beslissing zal dienen getroffen, zullen verleend worden volgens het verslag van de dienst of van de bevoegde ambtenaar afhangende van het gezag van de belanghebbende minister, en mits het inachtnemen van alle speciale voorwaarden, die zouden nodig geacht worden.
Onze belanghebbende ministers mogen dit recht overdragen op hogere ambtenaren, afhangende van hun gezag en die zij met het oog hierop aanduiden.

Afwijkingen van de bepalingen van titel III, hoofdstuk I, afdeling I, mogen eerst na raadpleging van het Vast Elektrotechnisch Comité of van zijn bevoegde vaste afdeling worden verleend en enkel in de volgende gevallen:
1° wanneer gebruik gemaakt wordt van regelingen of van speciale inrichtingen die een veiligheid kunnen verzekeren welke ten minste gelijkwaardig is aan die welke voortspruit uit de naleving van de reglementaire voorschriften;
2° in uitzonderlijke en onvoorzienbare omstandigheden.

Het advies van het Vast Elektrotechnisch Comité of van zijn bevoegde vaste afdeling wordt uitgebracht binnen een termijn van drie maanden vanaf de mededeling van het dossier aan dat comité, anders wordt daarop niet gewacht.
De afwijkingen van de bepalingen van §§ 2 en 3 van afdeling VIII van hoofdstuk II van titel III (afvalwateren) zullen slechts toegestaan worden na raadpleging van de dienst voor zuivering der afvalwateren; deze betreffende de stoomtoestellen en stoommachines na raadpleging van de Vaste Raadgevende Commissie voor de stoomtoestellen.

Art. 4.

De Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg, de Minister van Volksgezondheid en van het Gezin, de Minister van Economische Zaken en Middenstand, de Minister van Financiën en de Minister van Openbare Werken zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.

26 augustus 1971. — Ministerieel besluit houdende vaststelling van de modaliteiten en voorwaarden van de bij artikel 829bis, e, van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming bedoelde verzekering (BS 23-9-1971).

Art. 1.

Om te voldoen aan de vereisten van artikel 829bis, e, van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming moeten de verzekeringscontracten bedoeld in die bepaling:
a) van het type zijn «Burgerlijke verantwoordelijkheid, Exploitatie»;
b) bedingen dat de verzekeraar verplicht is de vergoedingen te betalen waartoe het organisme, zijn raad van beheer en zijn personeel zouden kunnen zijn gehouden, op basis van de artikelen 1382 tot 1386 van het Burgerlijk Wetboek, uit hoofde van om het even welke ongevallen overkomen aan derden en die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeien uit de activiteiten die met het organisme, zijn personeel, zijn installaties of zijn goederen verband houden, veroorzaakt op gelijk welke plaats, binnen of buiten, evenals op de openbare verkeerswegen;
c) de schade dekken die door vuur, rook, water en ontploffingen is veroorzaakt;
d) bepalen dat de verzekeraar tussenkomt bij elk ongeval dat zich in de loop van het contract voordoet en eveneens bij de ongevallen die zich voordoen na het verstrijken van de geldigheid van het contract wanneer zij hun oorsprong vinden in een handeling door de polis gedekt en gesteld vóór de datum van het verstrijken van het contract;
e) bepalen dat geen nietigheid, exceptie of verval tegen benadeelde derden zal ingeroepen worden;
f) bepalen dat de schorsing, of de verbreking slechts uitwerking heeft na het verstrijken van een termijn van drie maanden vanaf de datum waarop de oorzaak van de schorsing of van de verbreking werd betekend aan de Minister van Tewerkstelling en Arbeid;
g) de dekking vaststellen op ten minste 1.000.000 frank per slachtoffer met een minimum van 25.000.000 frank per ongeval en op ten minste 15.000.000 frank wat de materiële schade betreft.

De contracten afgesloten vóór de inwerkingtreding van dit besluit dienen in overeenstemming te worden gebracht met de bepalingen van artikel 1.

Art. 2.

Het ministerieel besluit van 25 september 1964 waarbij de modaliteiten en voorwaarden bepaald worden van de verzekering die de burgerlijke aansprakelijkheid dekt van de overeenkomstig de bepalingen van titel V, hoofdstuk I, van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming erkende organismen wordt opgeheven.

Art. 3.

Dit besluit treedt in werking drie maanden na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Upgrade jouw abonnement

Deze tekst is momenteel niet toegankelijk binnen jouw abonnementsformule. 
Ontdek onze verschillende formules.