In Duitsland hebben het Bundesinstitut für Berufsbildung (BIBB) en het Bundesanstalt für Arbeitsschutz und Arbeitsmedizin (BAuA) een onderzoek gevoerd naar de genderkloof op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk. De studie bracht aan het licht dat vrouwen meer kans hebben op werkgerelateerde gezondheidsproblemen dan hun mannelijke collega’s.
De European Foundation for the Improvement of Living and Working Conditions, Eurofound, ging aan de hand van de resultaten van de European Working Condition Survey (EWCS) in 2010 na wat de verschillen in arbeidsomstandigheden zijn tussen mannen en vrouwen. Aan de EWCS werkten in totaal 44.000 werknemers mee uit 34 Europese landen.
Tien jaar nadat de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen een advies formuleerde over de ongelijke behandeling tussen mannen en vrouwen bij beroepsziekten, is er weinig beterschap merkbaar, zo constateert diezelfde Raad.
Sinds de jaren 1960 nemen vrouwen steeds meer deel aan de arbeidsmarkt, iets wat voordien grotendeels gereserveerd was voor mannen. Daardoor is de relatie tussen genderkwesties en de erkenning van beroepsziekten een aandachtspunt voor beleid geworden. De arbeidswereld is immers niet genderneutraal: bewust en onbewust maakt men een onderscheid tussen man en vrouw, mannelijk en vrouwelijk. Dat onderscheid zit diep ingebed in de nationale erkenningssystemen voor beroepsziekten, ook in België.
Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus, we weten het allemaal: er zijn verschillen tussen mannen en vrouwen. Dat heeft ook zijn gevolgen voor de risico’s op de werkvloer. Schoorvoetend heeft het ‘gender’-aspect zijn weg gevonden naar het debat rond de arbeidsomstandigheden. Maar toch blijven er nog hiaten bestaan.