Wat te doen bij een epilepsieaanval?

Veel mensen denken dat je bij een persoon die een epilepsieaanval krijgt, iets tussen de tanden moet steken om te voorkomen dat het slachtoffer zijn tong inslikt. Dit is echter niet juist. Maar wat moet je dan wel doen?

Verschillende vormen
Ongeveer een op honderd personen hebben epilepsie. Om te beginnen moet duidelijk gemaakt worden dat er verschillende vormen van epilepsie zijn. De aanvallen verschillen dan ook van persoon tot persoon. Doorgaans kan epilepsie behandeld worden met medicatie, waardoor de frequentie van de aanvallen kan verminderen of de aanvallen zelfs volledig uit kunnen blijven.
 
Tonisch-clonische aanvallen
De meest gekende, maar zeker niet de meest voorkomende, soort aanval is de tonisch-clonische aanval. Hierbij valt de persoon neer, verstijft eerst en maakt vervolgens schokkende, ongecontroleerde bewegingen met het hele lichaam.
 
Wat doen?
- Verwijder harde of gevaarlijke voorwerpen om te verhinderen dat de persoon zich kwetst.
- Hou nieuwsgierigen op afstand om ervoor te zorgen dat de aanval natuurlijk kan verlopen.
- Bescherm het hoofd met een jas, kussen, ... of met je handen of voorarmen.
- Maak knellende kleding los en controleer of de luchtwegen vrij zijn.
- Leg indien mogelijk de persoon in de zijdelingse veiligheidshouding (op de zij naar de grond gekeerd).
- Als de persoon bijkomt, stel hem dan gerust.
- Blijf bij het slachtoffer en observeer. Neem ook de tijd op.
- Kijk of de persoon een epilepsiearmbandje of kaartje in zijn portemonnee heeft. Hier kan belangrijke info opstaan voor de hulpdiensten.
- En vooral: blijf kalm.
 
Wat niet doen?
- Til het slachtoffer niet op.
- Steek niets in de mond (zie kader).
- Geef de persoon niets te drinken vooraleer hij helemaal bij bewustzijn is.
- Val het slachtoffer niet lastig tijdens de rustperiode.
 
Medische hulp?
Bij een tonisch-clonische aanval is slechts medische hulp nodig als:
- het de eerste aanval is.
- de aanval langer duurt dan gewoonlijk of de schokkende bewegingen langer dan vijf minuten aanhouden.
- aanvallen op elkaar volgen zonder dat de persoon bij bewustzijn komt.
- het slachtoffer een slag op het hoofd gekregen heeft en niet bij bewustzijn komt (en dus niet reageert) binnen de tien minuten na de schokken. Het kan zijn dat de persoon een hersenschudding heeft.
- de persoon zware verwondingen heeft of hard gevallen is en kneuzingen of pijn heeft.
 
Andere vormen
Bij de meeste andere aanvalsvormen is er weinig hulp nodig, aldus de Epilepsie Liga. Leid wel altijd de persoon weg uit gevaarlijke situaties indien nodig en probeer hem gerust te stellen.
 
Waarom mag je niets tussen de tanden steken?
Als je iets tussen de tanden steekt van een persoon die een epilepsieaanval heeft, kan dit negatieve gevolgen hebben. Hij kan stikken, braakneigingen krijgen, zijn tanden kunnen breken of zijn kaken kunnen ontwricht geraken.
Bij een aanval kan – in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt – de tong niet ingeslikt worden. Wel kan de persoon zich verslikken (bv. op het einde van de verstijvingsfase of bij de verslappingsfase). Daarom moet het slachtoffer in de zijdelingse veiligheidspositie gelegd worden. Zo kan het speeksel wegvloeien.
 
Bronnen: epilepsieliga.be, standaard.be
: 21/01/20
: preventActio 01/2020
: Eerstehulpverlening
: Werknemersinformatie
: Eerste hulp, Epilepsie


© Prevent