Je volgt een opleiding tot kapster. Hoelang ben je hier al mee bezig? En wanneer behaal je je diploma?
Mona: “Tweeënhalf jaar geleden begon ik met de opleiding. Het eerste en tweede jaar hadden we les op maandagvoormiddag en dinsdagavond; sinds dit jaar is de les enkel nog op maandagavond. De eerste twee jaar kregen we naast praktijklessen veel theorie. Ik zit nu in mijn derde en laatste jaar waar er vooral gefocust wordt op de praktijk.”
Kappers gebruiken heel wat producten (o.a. om haar te bleken). Werd er in de theorielessen veel aandacht besteed aan de risico’s van blootstelling aan schadelijke stoffen? Zo ja, werd er ook gepraat over beschermingsmaatregelen (voor de klant en voor jezelf) en krijg je er ter beschikking in de praktijklessen?
Mona: “In de theorielessen werd regelmatig aangehaald dat chemische producten schadelijk kunnen zijn. Het gebruik van handschoenen wordt sterk aangeraden omdat bijtende producten (bijvoorbeeld in ontkleurings- en kleuringsmiddelen) uiteraard niet goed zijn voor je huid. Op de verschillende schadelijke producten en de gevolgen ervan werd echter niet heel diep ingegaan, behalve de vermelding dat het brandt op je huid. Sommige mensen kunnen allergisch reageren op bepaalde producten. Daarom raadt de docent ons telkens aan om nieuwe producten te testen in de armplooi. Bij de klant moet steeds nagevraagd worden of hij/zij ooit al allergische reacties gehad hebben; je moet hen ook laten weten dat ze moeten aangeven wanneer ze een brandend of jeukend gevoel krijgen. Ik heb al veel verhalen gehoord van kappers die het beroep niet langer kunnen uitoefenen omwille van allergieën. Zo zat er in het eerste jaar een meisje bij mij in de les die daar veel last van had. Zij is uiteindelijk moeten stoppen met de opleiding. Er zijn handschoenen ter beschikking in de les om je handen te beschermen, maar het gebruik ervan wordt niet verplicht. Ik moet eerlijk toegeven dat ik ze niet altijd gebruik, want dat bemoeilijkt het werk.
Achteraf bekeken kon er in de theorielessen misschien wel wat meer uitleg gegeven worden over de langetermijneffecten van zulke producten.”
Hoe zit het op het vlak van hygiëne? Wordt het materiaal bijvoorbeeld regelmatig gereinigd? En wordt het haar van de klanten op de grond zo snel mogelijk verwijderd?
Mona: “Er wordt op aangedrongen dat je je werkplek na de les proper achterlaat. Zo moeten we de spiegel en de kaptafel telkens poetsen. Het haar blijft wel liggen tot de knipbeurt voorbij is. Het aangeboden materiaal wordt door de school gereinigd in een badje met alcohol om te ontsmetten, dus dat moeten wij zelf niet doen. We zijn wel verantwoordelijk voor de hygiëne van de scharen e.d. die we zelf meenemen. Dit geldt overigens niet enkel voor de hygiëne van ons materiaal, maar ook voor het onderhoud. Zo moeten we regelmatig controleren of ons elektrisch materiaal nog in een goede staat verkeert en dus veilig is.”
Wat met ringen die je draagt? En oorbellen bij klanten?
Mona: “Dat is een goede vraag. Ik doe mijn ringen eigenlijk nooit uit. Bij het knippen vraag ik de klant wel vaak om de oorbellen uit te doen, kwestie van ‘kamwonden’ te vermijden. Voor klanten die een bril dragen, bestaat er bescherming die je om de oren van de bril kan leggen. Dit om te vermijden dat de bril mee gekleurd wordt.”
Zijn er al eens incidenten gebeurd tijdens de opleiding? Word je voorbereid op hoe je bijvoorbeeld met snijwonden moet omgaan en hoe je deze kan voorkomen?
Mona: “In de opleiding wordt er redelijk vaak in de vingers geknipt, zeker in de eerste jaren. Een EHBO-kistje is altijd aanwezig, met daarin ontsmettingsmiddel en plakkers. Als de wonde niet stopt met bloeden, kan je een vingerverband gebruiken. Maar er is tijdens de les nog nooit iets dramatisch misgegaan.”
Leer je daarnaast ook hoe je veilig moet omgaan met hulpmiddelen zoals krultangen?
Mona: “Ik heb in het begin meermaals iemand haar oor verbrand met de steil- of krultang. Maar door de ervaring heb ik nu geleerd om mijn hand tussen het oor en de tang te houden om te voelen hoe warm het ijzer is. In de les leren we hoe je zulke hulpmiddelen juist moet gebruiken, maar er wordt niet voldoende op veiligheid gefocust.”
Word je ondersteund op vlak van ergonomie? Krijg je bijvoorbeeld ergonomische scharen ter beschikking?
Mona: “De school werkt samen met een scharenmaker. Bij de start van de opleiding kwam hij in de klas een uitleg geven over de ergonomie van scharen. Zo legde hij uit hoe een bepaalde schaar in de hand moet liggen en wat de gevolgen zijn van het fout gebruik ervan. Zo’n ergonomische scharen zijn duur in aankoop en het is niet voor iedereen vanzelfsprekend om deze aan te schaffen. Wel kan je het vijsje in de schaar losser of vaster vijzen voor minder of meer druk. De stoelen voor de klanten en onze krukjes zijn ergonomisch helaas niet in orde. De klanten zitten onderuitgezakt, de krukjes rijden niet goed en hebben maar twee standen, ... Daar mag dus best wat meer aandacht aan besteed worden. De docent wijst ons er wel telkens op als we voorovergebogen staan of zitten.”
Je staat als kapper soms letterlijk heel dicht bij de klant. Leer je in de opleiding hoe daarmee om te gaan?
Mona: “In het derde jaar moeten we na elke les een ‘differentiatieboekje’ invullen. We moeten onder andere aangeven hoe we met de klant zijn omgegaan aan de hand van vragen als: Heb je de jas aangenomen? Heb je oogcontact gemaakt? Heb je genoeg vragen gesteld om te weten te komen wat de klant wilt? Ben je sociaal geweest en heb je interesse getoond? De docent kijkt op het einde van elke les wat je ingevuld hebt en geeft indien nodig tips of verbeterpunten. Soms vind ik het wel moeilijk om me te concentreren op zowel het gesprek als op het knipwerk. Smalltalk kan erg vermoeiend zijn.”
Word je voorbereid op omgaan met moeilijke klanten?
Mona: “De docent, die zelf een kapsalon uitbaat, vertelt ons af en toe verhalen over moeilijke of ontevreden klanten en legt ons dan uit hoe hij daarmee omgaat. Het is belangrijk om op voorhand goed te begrijpen wat de klant wil. Dit om klachten achteraf te vermijden. Het kan zijn dat de klant, om uit te leggen wat hij/zij wil, andere termen gebruikt dan in het kappersjargon. Sociale media zorgen er ook voor dat mensen een verkeerd beeld krijgen van kapsels. Filters, lichtinval, Photoshop, ... dit is allemaal geen realiteit. Ook meningen worden te pas en te onpas gespuid op sociale media. Het lijkt me moeilijk om als kapper met zulke negatieve reacties om te gaan.”
Risicoanalysetool: OiRA Kappers
Om kappers te helpen bij het beheren van de risico’s in het kapsalon, ontwikkelde Prevent – in opdracht van de Federale Overheidsdienst voor Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO) – de tool OiRA Kappers. Daarvoor werd samengewerkt met de sociale partners van de Belgische kapperssector.
Voor meer info over OiRA-tools, zie p. 16 van deze preventActio. Voor meer info over OiRA Kappers, surf naar www.oiraproject.eu.
|