Hoog risico op overlijden
Het risico om door een elektrisch ongeval om het leven te komen, is 50 keer groter dan in andere gevallen. In Zwitserland hebben deze ongevallen tussen 2007 en 2016 vierhonderdvijftig werknemers ernstig verwond en aan achttien personen het leven gekost. Veertien van die dodelijke ongevallen hielden verband met werkzaamheden aan een laagspanningsinstallatie. Ongeveer 100.000 werknemers in Zwitserland werken in de buurt van elektrische installaties (in elektriciteitsbedrijven of bedrijven voor elektrische installatie of keuring, als operationele elektriciens in de industrie, als opleiders in scholen of bedrijven, enz.).
Wanneer wordt elektriciteit gevaarlijk?
Elektriciteit houdt moeilijk waarneembare risico’s in en is daarom zo gevaarlijk.
De ernst van de verwondingen hangt af van de intensiteit en de duur van de blootstelling. De intensiteit wordt bepaald door de spanning en de weerstand, die afhangt van het contactoppervlak (kleding, dikte en vochtigheid van de huid) en het geleidingsvermogen van de grond (rubberen zolen, parket, vochtige aarde). Zo is de elektrostatische ontlading van 30.000 V van een tapijt ongevaarlijk omdat de energie verwaarloosbaar is. Anderzijds kan het benaderen van een hoogspanningsinstallatie van 30.000 V fataal zijn vanwege het risico op overbelasting (elektrische boog) en de hoge elektrische flux.
De weerstand van het lichaam schommelt tussen 700 en 1000 ohm. Er is dus slechts 50 V nodig om door een dodelijke stroom van 50 mA getroffen te worden. Maar de gevolgen kunnen fataal zijn vanaf 10 mA: boven die drempel verlammen spierkrampen het slachtoffer, dat aan de stroomgeleider blijft hangen, waardoor de duur van de blootstelling en dus ook de ernst van de verwondingen toeneemt.
Fysiologische gevolgen
Hersenen: een elektrische schok ter hoogte van de nek of het hoofd kan leiden tot bewustzijnsverlies en eventueel tot persoonlijkheidsveranderingen.
Spieren: elektriciteit veroorzaakt spierkrampen. De wisselstroom verlamt het slachtoffer, dat onder spanning blijft: de spiervezels raken beschadigd of scheuren en de spiercellen kunnen worden vernietigd.
Huid: er verschijnen markeringen op de plaats waar de stroom het lichaam is binnen- of buitengegaan. De ernst en diepte van de letsels nemen toe met de elektrische intensiteit.
Longen: door elektriciteit verkrampen de longspieren en trekt het middenrif samen. Het slachtoffer kan ademhalingsproblemen krijgen, het bewustzijn verliezen en overlijden.
Zenuwen: elektriciteit volgt de weg van de minste weerstand. Ze loopt dus langs de zenuwen en veroorzaakt gevoelsstoornissen, tijdelijke verlamming, zenuwschade, ...
Skelet: spierkrampen kunnen schokken (ter hoogte van het hoofd of de ledematen) of valpartijen veroorzaken, met verstuikingen, verrekkingen, breuken, enz. tot gevolg.
Bloed: elektriciteit doet de rode bloedcellen openbarsten en hemoglobine stromen. Een hoge intensiteit kan de elektrolytenbalans wijzigen, waardoor zich luchtbellen in het bloed vormen, wat tot embolieën kan leiden.
Wanneer moet je een arts raadplegen?
Elektriciteit kan grote schade toebrengen die vaak niet onmiddellijk merkbaar is. Ze kan de elektrolytenbalans verstoren, waardoor de hartslag steeds onregelmatiger wordt, tot hij helemaal stopt. Na een elektrische schok is het dan ook aangewezen om een arts te raadplegen, zelfs als je je goed voelt. In geval van hartkloppingen, onregelmatige pols, ademhalingsmoeilijkheden of krampen in de borst moet je onmiddellijk hulp inroepen.