Dossier: Wat doet het comité voor preventie en bescherming op het werk?

Tijdens de sociale verkiezingen, die dit jaar door de coronacrisis zullen plaatsvinden tussen 16 en 20 november in plaats van in mei, kiest men in 6.000 bedrijven vertegenwoordigers voor twee overlegorganen: de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk. Dit dossier geeft meer uitleg over een van deze organen: het comité.

Ondernemingsraad en comité
Het Belgisch sociaal overlegmodel heeft twee ‘organen’ binnen de bedrijven: de ondernemingsraad (OR) en het comité voor preventie en bescherming op het werk (comité pbw of cpbw). Het comité pbw overlegt over het welzijn van de werknemers, terwijl op een ondernemingsraad economische en financiële zaken besproken worden.
Het comité maakt, samen met de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, deel uit van de organisatorische structuren van het welzijnsbeleid in België.
 
Hoe is het comité samengesteld?
Het comité pbw is een paritair samengesteld orgaan dat bestaat uit werkende en plaatsvervangende werknemers- en werkgeversafgevaardigden.
 
De werkgever selecteert de leden van zijn delegatie uit het leidinggevend personeel. De werkgeversvertegenwoordigers bekleden een leidinggevende functie en zijn bevoegd om de werkgever te vertegenwoordigen en te verbinden.
 
De werknemersvertegenwoordigers daarentegen worden gekozen door de werknemers zelf. De werknemers kiezen hun vertegenwoordigers uit een lijst van kandidaten, ingediend door de representatieve vakbonden.
 
Sociale verkiezingen
Elke vier jaar worden er in zo’n 6.000 ondernemingen sociale verkiezingen georganiseerd. De eerste sociale verkiezingen vonden plaats in 1950.
Ze hebben tot doel om personeelsafgevaardigden te verkiezen voor het comité pbw en/of de ondernemingsraad.
 
Alle werknemers kunnen deelnemen aan de sociale verkiezingen, maar ze moeten zich kandidaat stellen via een van de drie representatieve vakbonden (ABVV, ACV of ACLVB). Die vakbonden moeten drie lijsten voorstellen voor het comité: een lijst voor de arbeiders, een voor de bedienden en een voor de jeugdige werknemers (als er 25 werknemers onder de 25 zijn tewerkgesteld).
Voor de ondernemingsraad geldt hetzelfde, maar daar moet ook nog een lijst voor kaderleden ingediend worden (als er minstens 15 kaderleden zijn).
 
Tijdens de laatste sociale verkiezingen van 2016 werden er afgevaardigden verkozen voor ongeveer 6.000 comités en 3.000 ondernemingsraden. Een preventieadviseur mag zich geen kandidaat stellen om zijn onafhankelijkheid niet in het gedrang te brengen.
 
Wie moet een comité oprichten?
In elke onderneming waar gemiddeld ten minste 50 werknemers tewerkgesteld zijn, moeten er een of meerdere comités pbw worden opgericht.
Als er in een onderneming geen comité is opgericht, worden de opdrachten van dit overlegorgaan toevertrouwd aan de vakbondsafvaardiging. Als er geen comité of vakbondsafvaardiging is, moeten de werknemers zelf geraadpleegd worden.
 
Wat zijn de taken van een comité?
Het comité pbw moet middelen opsporen en voorstellen doen om het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk te bevorderen. Het moet actief bijdragen aan alles wat wordt ondernomen om dit doel te bereiken.
Voor een aantal punten is de werkgever wettelijk verplicht om het advies van het comité te vragen. Het comité doet onder andere voorstellen en formuleert adviezen bij algemene beleidsinstrumenten, zoals het dynamisch risicobeheersingssysteem, het globaal preventieplan, het jaarlijks actieplan, en bij een aantal specifieke maatregelen (bv. nieuwe arbeidsmiddelen/technologieën die gevolgen kunnen hebben voor het welzijn van de werknemers, de keuze van de externe dienst voor technische controle, de aankoop van persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm), …).
 
Om de adviesverlening vlot te laten verlopen kan dit best planmatig aangepakt worden met vaste agendapunten, de nodige documentatie vooraf en een gestructureerde opvolging. Over de tijd die het comité heeft om zijn advies te geven, zegt de wetgeving enkel dat dit binnen de kortst mogelijke termijn moet gebeuren.
 
Het comité geeft zijn advies aan de werkgever. Bij adviezen is er geen meerderheidsbeslissing nodig. In een advies kunnen meningen van de verschillende strekkingen en belangengroepen binnen het comité aan bod komen. Adviezen kunnen dus zowel unaniem als verdeeld zijn.
 
Als het comité een advies heeft uitgebracht, dan laat de werkgever weten wat zijn standpunt is over dit advies. Als ook de interne of externe dienst een standpunt heeft gegeven, koppelt de werkgever deze informatie terug aan het comité. De werkgever geeft vervolgens binnen een redelijke termijn, en in ieder geval binnen de zes maanden, gevolg aan de uitgebrachte adviezen. Als de werkgever het advies naast zich neerlegt, dan moet hij deze beslissing motiveren tegenover het comité.
 
Voorstel of verzoek
In tegenstelling tot bij een advies komt bij het formuleren van een voorstel het initiatief van het comité zelf.
Het comité kan voorstellen doen over onder andere het welzijnsbeleid, het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan, en ook over de verfraaiing van de arbeidsplaats en de omgeving ervan.
 
In sommige gevallen kunnen de vertegenwoordigers van de werknemers in het comité een uitdrukkelijk verzoek richten aan de werkgever. Voorbeelden hiervan zijn:
- het raadplegen van diensten of instellingen gespecialiseerd in pbm;
- de vervanging van een preventieadviseur van de externe dienst indien deze niet langer het vertrouwen geniet van de werknemers;
- de aanstelling van een vertrouwenspersoon.
 
Bijzondere bevoegdheden
In de ondernemingen die tussen 50 en 99 werknemers tellen en geen ondernemingsraad of vakbondsafvaardiging hebben, neemt het comité pbw bevoegdheden op die normaal zijn voorbehouden aan ondernemingsraden en syndicale afvaardigingen: het krijgt eveneens basisinformatie over financiële en economische gegevens over verschillende onderwerpen (ondernemingsstatuut, concurrentiepositie, productiviteit en toekomstperspectieven).
 
Hoe werkt het?
Het voorzitterschap van het comité moet door de werkgever of zijn afgevaardigde worden waargenomen. Het secretariaat ligt in handen van het hoofd van de interne dienst pbw, de preventieadviseur. De werkgever zorgt ervoor dat het comité pbw ten minste een keer per maand samenkomt. De meeste bedrijven komen aan zo’n tien comitévergaderingen per jaar.
 
Bron: Prevent
: 16/10/20
: preventActio 08/2020
: Comité pbw
: Werknemersinformatie


© Prevent