Wat is het?
De codex over het welzijn op het werk beschrijft het manueel hanteren van lasten als “[…] elke handeling […] waarbij een last door één of meer werknemers wordt vervoerd of ondersteund, zoals het optillen, neerzetten, duwen, trekken, dragen of verplaatsen van een last, en die vanwege de kenmerken ervan of ergonomisch ongunstige omstandigheden voor de werknemers gevaren inhoudt, met name voor rugletsels.” De term ‘manueel’ houdt in dat er een fysieke inspanning nodig is om de last te verplaatsen. Een last kan zowel een verplaatsbaar object als een persoon zijn (bv. een bedlegerige patiënt in een ziekenhuis).
Het manueel hanteren van lasten is dus een activiteit waarbij spierkracht gebruikt wordt om iets op te tillen, te verplaatsen, te duwen, te trekken, te dragen, vast te houden, te gooien of tegen te houden. Het gaat niet enkel om het tillen van zware lasten, maar ook om andere bewegingen waarbij voorwerpen gemanipuleerd en verplaatst worden. Het manueel hanteren houdt een risico in voor de rug, maar kan ook aanleiding geven tot musculoskeletale aandoeningen aan schouders, armen, ...
Enkele voorbeelden:
-
taken uitvoeren waarbij herhaaldelijk of aanhoudend kracht uitgeoefend wordt (bv. het verplaatsen van waterbidons zonder mechanisch hulpmiddel);
-
een belastende houding aannemen bij het opnemen of verplaatsen van een last (bv. te ver reiken);
-
lasten hanteren die onstabiel, niet in evenwicht of moeilijk vast te houden zijn;
-
veel kracht uitoefenen (bv. een meubel of printer verplaatsen).
Of je al dan niet een musculoskeletale aandoening oploopt, heeft veelal te maken met de frequentie, de duur en de herhaling van de activiteit. Dat betekent niet dat je bijvoorbeeld een te zware doos moet optillen “omdat het maar voor één keer is”. Ook dat kan voldoende zijn om je leven lang last te hebben van je rug.
Risicofactoren
Verschillende elementen kunnen het risico van het manueel hanteren van lasten verergeren:
-
kenmerken van de last (bv. te zwaar, te groot, onstabiel, niet beveiligd);
-
slechte verlichting;
-
gebruik van trappen;
-
gladde vloer;
-
rommel in de werkruimte en gangen;
-
gebruik van onaangepast materiaal om een voorwerp van hoogte te nemen (bv. een onstabiele stoel);
-
persoonlijke kenmerken (bv. leeftijd, fitheid);
-
omgevingsfactoren (bv. warmte, koude).
Maximaal tilgewicht?
Het maximale tilgewicht is niet wettelijk bepaald, aangezien verschillende factoren een impact hebben op de risico’s bij het tillen. Er bestaan wel een aantal methoden om een schatting te maken van het gewicht dat onder bepaalde omstandigheden kan getild worden. De norm ISO 11228-1 stelt een limiet voor van 25 kg voor mannen en 15 kg voor vrouwen onder ideale omstandigheden (je tilt met twee handen, je draait je romp niet, tillen duurt minder dan een uur per dag, er is een beperkte tilfrequentie, ...). Tillen onder ‘niet-ideale’ omstandigheden verlaagt de veilige tillimiet.
Maatregelen
Bij de keuze van de maatregelen is het belangrijk om de preventiehiërarchie te respecteren: eerst het risico vermijden en pas dan maatregelen toepassen om het risico in te perken.
Uitschakelen van het risico
Manueel hanteren van lasten vermijden door:
-
reorganisatie van het werk, aanpassing van het arbeidsproces;
-
mechanisatie, volledige automatisering;
-
gebruik van elektrische of mechanische hulpmiddelen (bv. transportbanden, automatisch geleide voertuigen, vorkheftrucks).
Beperken van het risico
-
inzetten van tilhulpmiddelen (bv. takels, karren, vacuümtillers);
-
ergonomische inrichting van de werkplek:
-
voldoende ruimte voor het gebruik van tilhulpmiddelen;
-
stapelhoogte beperken;
-
afstanden voor verplaatsen beperken;
-
werkvlak op hoogte (aanpassen aan de lichaamslengte, werkplatformen);
-
aanpassen van de last (bv. verbeteren van de grip, handvatten);
-
werkomgeving verbeteren:
-
voldoende ruimte;
-
vloeren in goede staat;
-
voldoende verlichting;
-
verkeerswegen scheiden en afbakenen;
-
organisatorische maatregelen:
-
jobrotatie;
-
taakvariatie;
-
pauzes;
-
met twee tillen.
Informatie en opleiding
De werkgever moet de werknemers informeren over alle maatregelen die genomen worden om het risico van het manueel hanteren van lasten aan te pakken. Elke werknemer die belast is met manueel hanteren van lasten, moet een opleiding krijgen over: de risicofactoren van het manueel tillen en verplaatsen (welke werkhoudingen of taken houden extra risico’s in?), de preventiemaatregelen, het correct hanteren van lasten, rugsparende werkmethoden, en het gebruik van tilhulpmiddelen.
Verstandig tillen
Voor je een last tilt, moet je eerst de situatie analyseren en de gepaste preventiemaatregelen nemen. Je kan verschillende maatregelen nemen om letsels te voorkomen. Een karretje, bijvoorbeeld, vermindert de vereiste kracht en fysieke inspanning, en maakt vooroverbuigen overbodig.
Zorg ervoor dat:
-
je weet waar je naartoe gaat. Analyseer de route die je gaat nemen;
-
er geen obstakels op je route liggen. Verwijder dozen, zakken, elektriciteitsdraden en andere voorwerpen die de weg belemmeren;
-
je de plek vrijmaakt waar je de last naartoe brengt. Moet je de last naar een moeilijk bereikbare plaats brengen? Gebruik dan een stabiele trapladder die je correct plaatst;
-
je het voorwerp eerst goed bekijkt. Wat zijn de kenmerken? Is de last zwaar, groot of lomp? Is hij moeilijk vast te houden? Kan je het gewicht verdelen?;
-
je een goede greep op de last hebt;
-
je handen, de last en de handvatten niet glad zijn;
-
je nadenkt over de manier waarop je de last zal tillen. Gebruik de juiste tiltechniek (zie instructiefiche);
-
als je de last samen met iemand anders tilt, jullie allebei precies weten wat jullie moeten doen vooraleer te beginnen.
Verstandig duwen en trekken
Het is belangrijk dat:
-
het duwen en trekken gebeurt met het eigen lichaamsgewicht. Leun naar voren bij het duwen en naar achteren bij het trekken. Duwen is beter dan trekken;
-
je stevig genoeg op de grond staat om naar voren/naar achteren te kunnen leunen;
-
je je rug niet vooroverbuigt of verdraait;
-
alle hanteringsmechanismen over handvatten/handgrepen beschikken waarmee je kracht kan uitoefenen met je handen. Het hanteren van de last moet op een hoogte tussen je middel en schouders gebeuren zodat je in een goede neutrale houding kan duwen/trekken;
-
de hanteringsmechanismen in een goede staat zijn zodat de wielen de juiste omvang hebben en soepel rollen;
-
de vloeren hard, effen en schoon zijn.