Cijfers
Uit een onderzoek van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk IDEWE blijkt dat meer dan een op vijf Belgische werknemers maandelijks minstens één vorm van pestgedrag ervaart. 15% van de werknemers zou zelfs wekelijks gepest worden.
In 2019 kreeg IDEWE 3.127 meldingen van psychosociale risico’s binnen. 14,6% van de meldingen hadden te maken met pestgedrag.
Volgens een onderzoek van KU Leuven en IDEWE (2019) voelt een op tien werknemers zich minstens twee keer per week het slachtoffer van online pesterijen (of cyberpesten). Bij buitenlandse studies zijn de resultaten vergelijkbaar: de cijfers variëren tussen 3 en 13%.
Sectoren
Niet in elke sector wordt evenveel gepest. Vooral de industriesector en de overheid scoren slecht op het vlak van pesten op het werk. Bevragingen van IDEWE uit 2017 tonen aan dat 21,3% van de werknemers in de industriesector wekelijks pesterijen ervaart; bij de overheid is dit 19,7%. In het onderwijs en de gezondheidszorg wordt opvallend minder gepest dan in andere sectoren: in het onderwijs wordt 10,8% wekelijks gepest; in de gezondheidszorg is dat 13,3%.
Wat is pesten op het werk?
Pesterijen op het werk worden gedefinieerd als meerdere gelijkaardige of uiteenlopende onrechtmatige gedragingen, buiten of binnen de onderneming of instelling, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, tijdens de uitvoering van het werk, en die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een persoon wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Deze gedragingen uiten zich onder meer in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Belangrijk hierbij is de herhaling in de tijd en de gevolgen van het gedrag.
Hoe uit pesten op het werk zich?
Pesten op het werk kan zich op verschillende manieren uiten. Zo kan de dader het slachtoffer isoleren (bv. negeren, collega’s verbieden met hem te praten, niet uitnodigen op vergaderingen), voorkomen dat hij/zij zich uitdrukt (bv. onderbreken, bekritiseren), hem/haar in diskrediet brengen (bv. informatie onthouden, verkeerde instructies geven, nutteloze taken geven), de persoon als individu aantasten (bv. kleineren, roddels verspreiden, intimideren) of het slachtoffer overmatig controleren (bv. telefoon controleren, in zijn/haar laden kijken).
Cyberpesten op het werk
Door de opkomst van de informatie- en communicatietechnologieën op het werk beperkt pestgedrag zich niet meer tot het ‘fysieke’ pesten en is er een nieuwe vorm van pesten ontstaan: cyberpesten. Een verschil tussen cyberpesten en de offline variant is dat bij de eerste vorm de dader anoniem kan blijven, wat dan weer extra onzekerheid met zich mee kan brengen voor het slachtoffer. Bij cyberpesten is het slachtoffer ook de hele tijd bereikbaar en kan hij/zij moeilijk ontsnappen aan het pestgedrag. Omdat de dader zich achter zijn scherm kan verbergen, zal hij/zij ook minder empathie voelen. Verder kan bij online pesten gemakkelijk een groot publiek getuige zijn, wat het extra pijnlijk maakt voor de gepeste persoon. Online veranderen daarbovenop de machtsverhoudingen: de pester moet niet fysiek sterker zijn of zich in een hogere positie bevinden; iedereen kan dader worden.
Hoe uit cyberpesten op het werk zich?
Ook cyberpesten kan verschillende vormen aannemen. Volgens het onderzoek naar cyberpesten van KU Leuven en IDEWE zijn dit de meest voorkomende vormen: e-mails/telefoonoproepen/berichten negeren, e-mails/bestanden achterhouden om het werk te bemoeilijken, publiekelijk het werk bekritiseren, e-mails doorsturen om slachtoffer te schaden, geruchten/roddels verspreiden via ICT, het slachtoffer beledigen/bedreigen/intimideren via ICT, herhaaldelijk maken van opmerkingen over het slachtoffer via ICT, persoonlijke informatie online plaatsen of delen via berichten, iemands identiteit overnemen, en persoonlijke informatie hacken en gebruiken tegen iemand. Bij deze drie laatste vormen spreekt men over ‘intrusie’.
Gevolgen
(Cyber)pesten op het werk heeft heel wat nadelige gevolgen voor het slachtoffer en voor de organisatie waar hij/zij werkt.
Voor het slachtoffer
Pesten kan een effect hebben op de mentale gezondheid van de slachtoffers: hun zelfvertrouwen wordt geschaad, ze kunnen zich angstig en gestresseerd gaan voelen, soms kan zelfs depressie optreden of kan het zelfs leiden tot het posttraumatisch stresssyndroom. Ook lichamelijk kunnen er problemen ontstaan, zoals slapeloosheid, hoofdpijn, maag- en darmklachten en hart- en vaatziekten.
Voor de organisatie
Gepeste werknemers gaan minder graag naar het werk en presteren hierdoor minder goed. Ook vergroot het de kans op arbeidsongevallen.
Wie gepest wordt, zal zich vaker ziek melden; 1% van het ziekteverzuim zou volgens het ACLVB te wijten zijn aan pesten. In extreme gevallen kan het ook leiden tot arbeidsongeschiktheid. Ook werknemers die zelf niet gepest worden, maar getuige zijn van pestgedrag, kunnen psychosomatische klachten ontwikkelen en zich vaker ziek gaan melden. Dit komt waarschijnlijk doordat pesten de werksfeer negatief beïnvloed. Het personeelsverloop zal dan ook hoger liggen in een bedrijf met een pestproblematiek.
Bij wie kan ik terecht als ik gepest word?
Als je het slachtoffer wordt van pesterijen op het werk, kan je gaan aankloppen bij de vertrouwenspersoon van de organisatie waar je werkt. Hij/zij zal je helpen naar oplossingen te zoeken. De aanwezigheid van een vertrouwenspersoon is echter niet verplicht, dus niet elke organisatie heeft er een aangesteld. Als er intern geen vertrouwenspersoon is of als je liever een persoon buiten de organisatie aanspreekt, kan je terecht bij de preventieadviseur psychosociale aspecten. Je kan met je vragen ook naar de werkgever of een leidinggevende stappen.
Mogelijke procedures
Slachtoffers van pesten op het werk kunnen opteren voor drie mogelijke procedures om de pesterijen te stoppen:
1) Interne procedure
Je contacteert de vertrouwenspersoon of preventieadviseur psychosociale aspecten (papsy), die vervolgens probeert te bemiddelen. Lukt dat niet? Dan kan je een formele klacht indienen en geniet je ontslagbescherming. Je kan de bemiddeling ook overslaan en onmiddellijk klacht indienen. De papsy zal de klacht onderzoeken en binnen drie maanden maatregelen voorstellen aan de werkgever.
2) Klacht bij de arbeidsinspectie
Als het pesten doorgaat na de maatregelen of als de maatregelen niet getroffen werden, moet de papsy contact opnemen met de inspectie toezicht welzijn op het werk, die op haar beurt maatregelen zal opleggen. Je kan de interne procedure overslaan en onmiddellijk een klacht neerleggen bij de inspectie, maar dan is het mogelijk dat deze laatste je alsnog verwijst naar de interne procedure.
3) Via de rechtbank
Als derde optie kan je een beroep doen op de arbeidsrechtbank. Meestal wordt een burgerrechtelijke procedure gevolgd. De rechter kan maatregelen opleggen om het pesten te stoppen of je een schadevergoeding toekennen. Als je niet eerst de interne procedure gevolgd hebt, kan de rechter je hier toch naar verwijzen.