In 2019 spande het arbeidsauditoraat van Brussel een rechtszaak aan tegen Deliveroo. Volgens het auditoraat zouden de koeriers werknemers zijn, en geen zelfstandigen. Een dertigtal koeriers en de vakbonden ABVV en ACV sloten zich aan bij de zaak.
Op 8 december 2021 deed de Brusselse arbeidsrechtbank een uitspraak in de zaak: Deliveroo-koeriers zijn geen werknemers. Volgens de rechtbank is het vermoeden van een bestaan van een arbeidsovereenkomst vernietigd, omdat er geen juridische band van ondergeschiktheid bestaat tussen Deliveroo en de koeriers. Mogelijk zullen de arbeidsauditeur en de advocaat van de koeriers in beroep gaan.
Op 12 december 2019 oordeelde de arbeidsrechtbank te Leuven dat een preventieadviseur om dringende reden kan worden ontslagen wanneer hij zelf niet de nodige maatregelen ter vrijwaring van het welzijn oplegt. De scheidingslijn tussen de welzijnsopdracht van de preventieadviseur en het instructierecht van de werkgever aan de preventieadviseur is voortaan flinterdun.
Met temperaturen die flirten met de 40 graden stelt Frankrijk zich de vraag of men in korte broek naar het werk mag gaan. Radiozender France Inter onderzocht deze kwestie en besprak samen met haar gast, advocaat in arbeidsrecht Florent Hennequin, enkele gevallen uit de rechtspraak.
In het arrest van 7 september 2017 formuleert het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) conclusies over een zaak waarin een werkgever het e-mailgebruik van zijn werknemer gecontroleerd heeft. Die is anders dan het oorspronkelijke arrest van 12 januari 2016.
In veel bedrijven gaat het begin van een nieuwe jaar samen met allerlei feestjes. Het wettelijk kader dat eigen is aan het bedrijfsleven mag daarbij niet uit het oog te verloren worden. Het is daarom belangrijk te focussen op de plichten van de werkgever… en de werknemers!
De advocaat-generaal van het Europese Hof van Justitie heeft op 31 mei 2016 geoordeeld dat bedrijven hun werknemers mogen verbieden een hoofddoek te dragen. Weliswaar op voorwaarde dat het verbod gebaseerd is op een bedrijfsreglement waarin staat dat zichtbare politieke, levensbeschouwelijke of religieuze symbolen niet zijn toegestaan.
In een arrest van 12 januari 2016 formuleert het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) zijn conclusies over een zaak waarin een werkgever het e-mailgebruik van zijn werknemer gecontroleerd heeft. De uitspraak blijkt om meer dan één reden interessant te zijn.
Over de vraag of een werkgever de e-mails van zijn werknemers mag inkijken, is al heel wat inkt gevloeid. De Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer (CBPL) heeft in de loop der jaren haar standpunt gewijzigd en is sinds kort van mening dat de werkgever de e-mailberichten van zijn werknemers wel degelijk mag lezen, hoewel dit indruist tegen onze wetgeving. Martin Willems, permanent secretaris bij de Landelijke Bediendencentrale (LBC), stelt zich vragen bij deze ommezwaai.
Over de auteur:
Martin Willems is permanent secretaris bij de Landelijke Bediendenbond (LBB) en volgt de bedrijven uit de IT-sector en de sector van de nieuwe technologieën op. Hij is ook lid van de vzw Terra Laboris, een onderzoekscentrum voor sociaal recht.
'Dit gesprek kan worden opgenomen voor kwaliteitsdoeleinden'. Wie telefonisch contact heeft met grote bedrijven, telemarketeers of wie telefonische bestellingen plaatst, heeft deze zin wellicht al vaker gehoord. Hoe ver mag je als bedrijf gaan in het opnemen van telefoongesprekken en waar ligt de grens met de bescherming van de privacy?