Op 31 december 2013 verscheen een wet over het eenheidsstatuut die ook de bepalingen rond de financiering van de externe diensten in de Wet Welzijn wijzigt.
Vanaf april 2013 heeft elke arbeidsongeschikte werknemer de mogelijkheid om het werk gedeeltelijk hervatten zonder voorafgaandelijke toestemming van de adviserend geneesheer. Deze maatregel komt er vooral om de re-integratie van werknemers die langdurig uitvallen, te vergemakkelijken.
Het koninklijk besluit van 29 januari 2013 wijzigt een aantal bepalingen inzake de vorming en de bijscholing van preventieadviseurs. Deze bepalingen zijn verspreid over verschillende besluiten. Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.
Kan de preventieadviseur van een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk ook activiteiten uitvoeren (risicoanalyses, noodplannen opstellen,…) voor andere bedrijven waarin zijn bedrijf belangen heeft? Wat is het wettelijk kader voor het optreden van de interne dienst en welke regels moeten gerespecteerd worden als er een beroep gedaan wordt op een externe preventiedienst?
Artikel 94ter, §1 van de wet welzijn bepaalt dat na elk ernstig arbeidsongeval de werkgever van het slachtoffer er zorg voor moet dragen dat het ongeval onmiddellijk door zijn bevoegde preventiedienst onderzocht wordt. Wat zijn de implicaties van de term ‘onmiddellijk’?
Reeds enkele jaren wordt een aantal bevoegdheden van de federale overheid betwist via de Raad van State. Het gaat om de gelijkstelling van bepaalde leerlingen en studenten met werknemers, de bepaling door de koning van de erkenningsvoorwaarden van de externe diensten voor preventie en bescherming en de samenstelling van de werkgeversvertegenwoordiging in de Hoge Raad PBW. Het Arbitragehof maakte op 23 maart 2005 in arrest nr 65/2005 een einde aan de onduidelijkheid. Een toelichting.
De werkgever en de bevoegde preventieadviseur moeten voortaan bij een ernstig arbeidsongeval een aantal verplichtingen invullen. Maar wie bedoelde de wetgever hier juist mee?