Vrijstellingen voor de preventieadviseur in opleiding?
Vrijstellingen?
Het Koninklijk besluit van 17 mei 2007 regelt de vorming en de bijscholing van de preventieadviseurs van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (BS 11 juli 2007 - KB Vorming). Volgens het art. 10 van het KB Vorming kunnen de inrichters cursisten vrijstellen van de vakken waarover zij reeds een examen of een proef hebben afgelegd in het kader van een vorming op universitair niveau. Ze hoeven deze vakken dan niet te volgen en er ook geen examen over af te leggen. Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.
Inrichter beslist
Het komt uitsluitend de inrichter van de vorming tot preventieadviseur toe om te beoordelen of er inderdaad een vrijstelling kan worden verleend. De vakken binnen de opleiding preventieadviseur focussen op de preventie van risico’s. Dit is niet per definitie het geval binnen de bachelor of masteropleiding. Als een inrichter onvoldoende op de hoogte is van de inhoud van het gevolgde vak aan de universiteit (of hogeschool op universitair niveau), dan kan bijvoorbeeld de vakbeschrijving opgevraagd worden om te beoordelen of het vak dezelfde inhoud heeft als de vakken die worden opgelegd in het kader van de aanvullende vorming. Alleszins moet de cursist voor het betreffende vak geslaagd zijn. Op welke wijze de beoordeling is gebeurd, is minder belangrijk (paper, examen, …) tenzij de inrichter hier anders over oordeelt. Het toekennen van een vrijstelling is bovendien een mogelijkheid, geen verplichting.
Meer info over het opleidingsaanbod van Prevent-Academy vindt u op de website http://www.prevent-academy.be/ of via training [at] prevent-academy [dot] be