Toepassing van de lawaaiwetgeving

In mei 2005 controleerden inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht Welzijn op het Werk aan de hand van een checklist de toepassing van de lawaaiwetgeving in 136 Belgische bedrijven. 

Methode
Inspecteurs controleerden in 136 bedrijven de toepassing van de wetgeving aan de hand van een checklist. Bedrijven kwamen in aanmerking voor de controle als er werknemers aan de slag waren met een dagelijkse persoonlijke blootstelling van meer dan 85 dB(A). De bedrijven werden willekeurig gekozen. Het ging om kleine en grote bedrijven uit diverse sectoren. Omwille van die heterogeniteit kan de steekproef niet als representatief beschouwd worden de Belgische industrie, maar uiteraard geeft ze wel een indicatie van de huidige situatie.

Checklist
De checklist bevatte in totaal 27 vragen. 11 daarvan hadden betrekking op de risicobeoordeling (beoordeling op papier, betrokkenheid externe dienst, uitvoering metingen, inlichting werknemers,…). Zes vragen peilden naar de maatregelen die moesten genomen worden voor werknemers met een blootstelling tussen 85 en 90 d(B)A (voorlichting, PBM’s, betrokkenheid arbeidsgeneesheer,…) en 10 vragen naar de maatregelen voor werknemers met een blootstelling boven de 90 d(B)A (PBM’s: voldoende bescherming en effectief dragen, gezondheidstoezicht,…). In 122 van de bevraagde bedrijven werkten personen die blootgesteld werden aan lawaai tussen 85 en 90 dB(A). Een blootstelling boven 90 dB(A) werd vastgesteld in 98 bedrijven.

Resultaten

Tabel 1 - Risicobeoordeling en metingen

Procentueel aantal van het aantal onderzochte bedrijven, n = 136
geen schriftelijke beoordeling van de blootstelling aan lawaai
39%
geen metingen
30%
Indien metingen, dan niet conform aan de wettelijke bepalingen
45%
Indien metingen, dan steekproef niet representatief
36%
EDPBW niet betrokken bij de risicobeoordeling én bij de metingen
29%
comité PBW: geen advies gegeven over de risicobeoordeling
30%
comité PBW: niet betrokken bij de metingen
29%
werknemers geen uitleg over de resultaten van de metingen
32%

Tabel 2 - Preventiemaatregelen


Procentueel aantal van het aantal onderzochte bedrijven (n)

Blootstelling 85-90 dB(A),

n = 122

Blootstelling > 90 dB(A),

n = 98

geen PBM’s ter beschikking

1%

4%

PBM’s niet effectief gedragen

25%

18%

geen voorlichting over de risico’s

18%

16%

geen voorlichting over de beschermingsmaatregelen

10%

14%

onzeker of de PBM’s effectief voldoende demping geven

 

25%

arbeidsgeneesheer niet betrokken bij de keuze van de PBM’s

29%

26%

geen afbakening en signalisatie

 

39%

geen onderzoek naar de oorzaken van de hoge blootstelling

 

33%

geen programma van maatregelen

 

    39%

geen gezondheidstoezicht m.b.t. lawaai

8%

     3%

Opvallend is dat 34% van de bedrijven geen schriftelijke risicobeoordeling hebben en 30% niet over metingen beschikken. Verder springt de slechte kwaliteit van de metingen in het oog: in 45% van de bedrijven zijn de metingen niet conform de wetgeving en in 36% van de bedrijven zijn ze niet representatief. Daarnaast wordt in 30% van de bedrijven het comité niet betrokken bij de risicobeoordeling en de metingen. Bovendien dragen 18% van de werknemers met blootstelling boven 90 dB(A) hun PBM niet effectief. Ook ontbreekt vaak (25%) het bewijs dat de PBM’s voldoende demping geven. In 39% van de bedrijven is er een gebrek aan signalisatie en afbakening. Ten slotte heeft 33% van de bedrijven zelfs geen onderzoek naar de oorzaken van de hoge blootstelling en 39% heeft geen programma van maatregelen.



Gebaseerd op een uiteenzetting van Maurits De Ridder.

: PreventActua 20/2005