Mijn eerste werkervaring als uitgezonden jobstudent

Mijn eerste ervaring met de beroepswereld kan je vergelijken met de eerste stappen van een baby. Je krijgt nieuwe inzichten, de wereld lijkt opeens veel groter, je ontdekt en leert bij. Maar in beide gevallen gebeurt dit niet zonder vallen en opstaan.

Om aan werk te geraken moet je uiteraard op zoek. Omdat ik niet onmiddellijk werk vond, ging ik langs bij de vertrouwde partner van de werkzoekende: het interimkantoor.Het interimkantoor waar ik me had ingeschreven, bood me een job aan in een supermarkt die net was geopend. Dat was ongeveer de enige informatie die ik kreeg, en oh ja, ik kon de volgende dag om 6 uur beginnen.

Daar stond ik dan om 6 uur ‘s morgens. Niemand die mij iets vertelde, ik moest zelf maar naar info vragen. In een totaal onbekende werkomgeving werd ik als 17-jarige jobstudent door de directie aan mijn lot overgelaten. Nadat ik al mijn moed verzameld had om te vragen wat ik exact moest doen, antwoordde de teamleider: “Spiegel maar wat.” Pas later vertaalde mijn baas dit voor mij onbekende begrip: spiegelen is het naar voren schuiven van producten in het rek zodat het er helemaal gevuld uitziet. Nog ander jargon voor taken die ik moest uitvoeren was bijvoorbeeld het toepassen van het fifo-systeem. Het fifo-systeem houdt in dat alle nieuwe producten langs achteren worden aangevuld.

Informatie over de risico’s van mijn werk, juiste werkhoudingen of waar de nooduitgangen waren, waar de verzamelplaats, niets werd mij daar over verteld. Veiligheidsschoenen kreeg ik pas de vierde dag. Dat betekent dat ik de vorige drie dagen niet verzekerd was want blijkbaar was het dragen van veiligheidsschoenen daartoe een voorwaarde.

Maar wat hield mijn werk nu exact in? Ik was aanvuller, wat betekent dat ik een lading spullen kreeg voor een bepaalde afdeling en dat ik deze spullen daar in de rekken moest zetten. Vaak moest ik zware dozen verplaatsen maar daarvoor kon ik een karretje gebruiken. Met dit karretje ging ik dan van rek naar rek. De dozen moesten natuurlijk ook geopend worden en hiervoor kreeg ik noch cutter noch mes. Handschoenen had ik ook niet en aangezien ik de dozen moest openen met mijn blote handen, kun je al raden dat mijn handen al na enkele dagen werken vol wondjes zaten.

De werklast was ook niet evenwichtig verdeeld, de ene dag was er veel te veel werk, de andere dag haast niets. Sommige dagen moest ik absurd veel doen wat resulteerde tot veel stress en andere dagen kon ik 2 uur lang gewoon artikelen in schappen spiegelen. De reden hiervoor was dat er die ene dag te weinig jobstudenten waren en de andere dag dan weer te veel. Volgens mij was het zo chaotisch omdat de winkel net geopend was en de directie het ietwat moeilijk had met het beheer van de supermarkt en zijn personeel.

Gedurende mijn werk kreeg ik vaak positieve feedback van mijn teamleiders, maar geloof het of niet, mijn eerste werkervaring eindigde met ontslag omdat ik niet snel en efficiënt genoeg werkte. Toeval of niet, maar dit was ook bij de andere jobstudenten het geval.

 

Bron: Laura

: PreventActio 2016/7