Dynamisch risicobeheersingssysteem: krachtlijnen van de wetgeving
Preventie systematisch plannen
De verplichting om een systematisch preventiebeleid op te zetten staat beschreven in de Codex welzijn op het werk (Codex, Boek I Algemene beginselen, Titel 2 Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid, voorheen KB van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk). De codex schuift het concept van een ‘dynamisch risicobeheersingsysteem’ naar voren. Het verplicht de werkgevers hun preventiebeleid op systematische wijze te plannen in hun ondernemingen (zie kader).
Dynamisch risicobeheersingsysteem? Systeem, omdat, het niet alleen de technische aspecten in rekening brengt, maar ook de werkorganisatie, de sociale relaties en de omgevingsfactoren. Het heeft met andere woorden betrekking op de mens in zijn totaliteit. Dynamisch, omdat het hier gaat om een continu proces dat constant evolueert en zich permanent aanpast aan de wijzigingen (wijziging van werksituatie, producten, werkmethode…). Beheersing, omdat dit systeem oplegt dat preventie en uitvoering van het beleid inzake welzijn op het werk op een gestructureerde en methodische wijze gebeurt. Het dwingt de werkgever na te denken over een echte strategie in plaats van zich tevreden te stellen met louter theoretische maatregelen die de toets van de praktijk niet doorstaan. Risico, omdat de analyse van aanwezige risico's in de onderneming centraal staat. Op basis van een analyse die rekening houdt met de aard van de activiteiten, het aantal werknemers en de aanwezige risico's bepaalt de werkgever zelf de pereventiemaatregelen. |
Het dynamisch risicobeheersingsysteem
Het dynamisch risicobeheersingsysteem bestaat uit vier opeenvolgende fasen (vergelijkbaar met ‘plan-do-act-check’): uitwerking, programmatie, uitvoering en evaluatie. Het is een systeem gericht op continue verbetering. Een permanente evaluatie, een bijsturing van de doelstellingen vergen een voortdurende aanpassing. (zie schema).
Het dynamisch risicobeheersingsysteem heeft betrekking op de zeven domeinen die samen het begrip ‘welzijn’ vormen: veiligheid, gezondheid, psychosociale belasting, ergonomie, hygiëne, verfraaiing van de arbeidsplaatsen en (interne) milieumaatregelen. Met andere woorden, gedurende de uitwerking en de uitvoering van dit systeem moeten al die verschillende domeinen onder de loep worden genomen. Het is logisch dat in functie van het type bedrijf, sommige domeinen belangrijker zijn dan andere (bv. in een laboratorium ligt het accent eerder op de veiligheid en de gezondheid van de werknemers terwijl administratieve diensten meer aandacht zullen besteden aan ergonomie). De verschillende domeinen zijn hoe dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een maatregel genomen in een specifieke situatie (bv. een beschermende kap aanbrengen over een machine) kan gevolgen hebben in een ander (kan bijvorbeeld ten koste gaan van het gebruiksgemak en de ergonomie).
Risicoanalyse
Het dynamisch risicobeheersingsysteem steunt op het principe van de risicoanalyse, die wordt uitgevoerd om adequate preventiemaatregelen te kunnen bepalen. Deze maatregelen moeten actief zijn op drie niveaus: de organisatie in haar geheel (bv. gebruik van gepaste materialen op een bouwwerf), elke groep van werkposten of functies (bv. gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen bij werken op hoogte) en bij het individu zelf (bv. een vaccin toedienen aan personen die aan biologische agentia worden blootgesteld).
De risicoanalyse is, zoals het systeem waarin het kadert, een dynamisch proces: ze begint bij het identificeren van gevaren om vervolgens over te gaan tot het vaststellen en nader bepalen van risico’s en ze vervolgens te evalueren.
Preventiemaatregelen
De preventiemaatregelen worden vastgesteld in functie van de risicoanalyse en volgens een bepaalde hierarchie:
- op de eerste plaats moeten maatregelen gekozen worden die tot doel hebben risico's te voorkomen (primaire preventiemaatregelen), zoals bijvoorbeeld een chemisch product vervangen door een minder schadelijk alternatief;
- indien dat niet mogelijk is, moet men grijpen naar maatregelen die tot doel hebben schade te voorkomen (secundaire preventiemaatregelen), zoals bijvoorbeeld het gebruik van een valharnas of vangnetten bij dakwerken (het risico wordt niet geëlimineerd, maar de gevolgen van een eventuele val worden geminimaliseerd)
- tenslotte, indien bovenvermelde maatregelen niet mogelijk zijn, kan men in derde instantie een beroep doen op maatregelen die tot doel hebben schade te beperken (tertiaire preventiemaatregelen), zoals bijvoorbeeld een goede eerstehulpverlening of het ontwikkelen van noodplannen..
Voor elke groep van maatregelen moet worden onderzocht wat hun invloed is op het risico en of zij zelf geen risico's inhouden. In dat geval moet een andere groep preventiemaatregelen gerkozen worden of moeten bijkomend maatregelen van een andere groep worden toegepast. Deze preventiemaatregelen kunnen bijvoorbeeld van organisatorische aard zijn, betrekking hebben op het ontwerp van de werkpost, de keuze van arbeidsmiddelen, collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen, de veiligheidssignalering, het gezondheidstoezicht en de noodprocedures.
Globaal preventieplan en jaaractieplan
Het geheel van de activiteiten uitgevoerd in het kader van het dynamisch risicobeheersingsysteem wordt samengebracht in een vijfjarig plan: het globaal preventieplan.
Het globaal preventieplan legt het programma vast van de preventieactiviteiten die moeten ontwikkeld en toegepast worden. Het wordt opgesteld door de werkgever in overleg met de hiërachische lijn en de diensten voor preventie en bescherming op het werk. Naast een concrete omschrijving van de resultaten van de risicoanalyse, heeft dat plan o.a. betrekking op:
- de prioritaire doelstellingen voor de volgende vijf jaar;
- de middelen, methodes, activiteiten,… om die doelstellingen te bereiken;
- de opdrachten, verplichtingen en middelen van de betrokken personen.
In principe wordt het plan vastgelegd voor een termijn van vijf jaar, maar het globaal preventieplan kan verschillende malen aangepast worden in de loop van deze periode als de omstandigheden dat vereisen. Om de vijf jaar wordt het vervangen door een nieuw plan, om de gegevens afkomstig van de risico-evaluatie te integreren, de strategie van de werkgever duidelijker te maken en om het beleid te harmoniseren.
Voor elk dienstjaar moet er bovendien op dezelfde wijze een jaaractieplan worden opgesteld. Het globaal preventieplan, wordt vertaald in een jaaractieplan. Het jaaractieplan bevat ook de prioritaire doelstellingen, de middelen om ze te bereiken en de opdrachten van de betrokken personen. Het beschrijft de aanpassingen aan aan het globaal preventieplan (gewijzigde omstandigheden, incidenten en ongevallen, opmerkingen uit het jaarverslag van de interne dienst en adviezen van het Comité,…).
Codex, Boek I Algemene beginselen, Titel 2 Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid (voorheen KB van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, BS 31 maart 1998)