De (toekomstige) psychosociale impact van Covid-19 op organisaties en de cruciale rol van de preventieadviseur
Fase 1: “Help! Wat gebeurt er?”
Angst
In deze eerste fase sloeg het coronavirus ook bij ons toe. We waren al enkele maanden vaag bewust van het Covid-19-virus, maar plots was het ook echt daar. Het was een fase waarin we gebombardeerd werden met (echte en valse) nieuwsfeiten, waarin de liveblogs van de kranten hoogtij vierden, en waarin angst centraal stond. Deze eerste fase – gekenmerkt door irrationele gedragingen (“ik heb 24 rollen toiletpapier en 12 pakken bloem nodig”) en een hoge nood aan informatie – is ondertussen gedeeltelijk achter de rug.
Geen one-size-fits-all-pakket
In deze fase wordt elke organisatie op een andere manier beïnvloed. Dat betekent ook dat er geen one-size-fits-all-pakket van aandachtspunten bestaat. Sommigen onder ons werden in deze fase geconfronteerd met een gigantische werkdruk (bv. zorginstellingen), terwijl anderen vreesden of ze wel nog een job zouden hebben na deze crisis (bv. reissector). Bovendien gaat ieder van ons anders om met de confrontatie met werkdruk of onzekerheid. Het is belangrijk om dat te (h)erkennen als preventieadviseur.
We hebben ondertussen al veel tips meegekregen over hoe we – op psychosociaal vlak – met deze uitdagingen kunnen omgaan. Ik ga er dan ook in dit artikel niet verder bij stilstaan.
Fase 2: “Oké, we moeten hierdoor.”
Acceptatie en adaptatie
De tweede fase wordt gekenmerkt door acceptatie en adaptatie. De mens is immers een gewoontebeestje dat zoekt naar houvast. De fase zorgt echter ook voor ieder van ons voor andere uitdagingen. Aangezien thuiswerk voor velen de nieuwe norm is geworden, is niet alleen ons werkleven, maar ook ons privéleven danig overhoopgegooid. We leren werken met nieuwe (voornamelijk digitale) tools. Al deze aanpassingen brengen stress met zich mee. Iedereen past zich anders aan, afhankelijk van de hoeveelheid stress waar we aan blootgesteld worden. Sommigen vinden het misschien wel fijn dat ze niet meer in de file naar het werk staan, terwijl anderen een inzinking krijgen als de kinderen weer eens roepen: “Mama, papa, ik verveel mij.”
In deze tweede fase bevinden we ons op dit moment (dit artikel werd geschreven op 16 april 2020, n.v.d.r.). Het is een tijd die gekenmerkt wordt door de vele webinars, waar we plots gretiger dan ooit op ingaan, en het zoeken naar nieuwe manieren om de dagen gevuld te krijgen.
Focuspunten
De tips uit de vorige fase zijn ook hier nog steeds relevant. Het is immers in deze fase nog niet mogelijk om ons voor te bereiden op de toekomst. Organisaties gaan dan ook steeds uit van het worstcasescenario. Op vlak van psychosociaal welzijn zijn hier drie focuspunten belangrijk:
· Leren omgaan met emoties zoals angst en onzekerheid
Communicatie en betrokkenheid staan hier centraal. Het tijdig informeren van medewerkers en het daarbij eerlijk toegeven als men het zelf niet weet, is een must. Leidinggeven op afstand draait hier rond autonomie en moet dus op een andere manier gebeuren. Niet iedereen is echter thuis in deze manier van leidinggeven.
Een belangrijke bemerking is dat men oog moet hebben voor de angst en onzekerheid die medewerkers voelen, en dat men hen best actief bevraagt. Vanop afstand is het immers veel moeilijker om stresssignalen op te pikken.
· Veerkracht versterken
‘Een gezonde geest in een gezond lichaam’ is hier een toepasselijke leuze. We worden immers geconfronteerd met nieuwe bronnen van stress (bv. isolatie, thuiswerk met kinderen, blootstelling aan een onbekend virus, …), waarvan we nog niet weten hoe we ermee moeten omgaan. Zorg ervoor dat medewerkers tijd maken voor ontspanning en niet gaan overcompenseren uit schuldgevoel.
Een positieve mindset is hier des te belangrijker: wat loopt er nog wel goed?
· Verbondenheid in stand houden
De mens is niet alleen een gewoontebeestje, maar ook een sociaal wezen. We hebben nood aan contact met anderen. Faciliteer die verbondenheid dan ook door tijd te maken voor informeel contact (bv. een lunchmeeting via Skype), door voldoende feedback te voorzien als leidinggevende (mogelijk zelfs meer dan voordien) en door ruimte te creëren om gedachten en gevoelens te delen.
Fase 3: “Het einde is in zicht.”
Vooruitgang en angst
In deze voorlaatste fase is er een lichtpuntje in de duisternis te bemerken. De gevolgen van de pandemie worden duidelijk, niet alleen voor de globale economie, maar ook voor de verschillende bedrijven en sectoren. Het is een fase die gekenmerkt wordt door vooruitgang, in combinatie met angst. Waar in de vorige fase het individu centraal stond, begint nu ook de organisatie terug op de voorgrond te treden.
Toekomstvisie
Het is in deze derde fase belangrijk om te erkennen dat de realiteit na Covid-19 niet dezelfde realiteit is als voordien. Toekomstvisie, en vooral het bijstellen van die toekomstvisie, speelt nu een grote rol. Het huidige jaaractieplan van organisaties kan hoogstwaarschijnlijk in de vuilbak, maar dat wil niet zeggen dat men niet kan evalueren wat nog wel kan. Stuur bij waar nodig en blijf daarbij niet hangen in een druilerige sfeer.
Verandering op psychosociaal vlak
Op psychosociaal vlak is het ook een fase die weer door verandering gekenmerkt wordt. Medewerkers zijn gemotiveerd, maar tegelijkertijd bang voor wat de toekomst zal brengen. In tegenstelling tot de eerste fase, waar mensen vooral uitvielen door medische problematieken, zal ziekteverzuim door psychosociale problemen nu vooral een uitdaging zijn. Het is hier dan ook des te belangrijker om het psychosociaal welzijnsbeleid op punt te hebben en zich af te vragen hoe men medewerkers gaat opvangen die nood hebben aan psychosociale ondersteuning. Het is op deze ondersteuning dat nu maximaal wordt voorbereid binnen de externe diensten; doe hier dan ook tijdig een beroep op. Het valt namelijk op dat de contactgegevens van zowel interne als externe hulpbronnen binnen een organisatie (bv. vertrouwenspersonen, interne preventieadviseurs, leidinggevenden, externe preventieadviseurs psychosociale aspecten) in de tweede fase worden verspreid, terwijl het ook broodnodig zal zijn om dit in de derde fase te doen.
Fase 4: “We zijn er geraakt. Wat nu?”
Langetermijnoplossingen
In deze laatste fase hervat het leven zich. We komen terecht in een nieuwe realiteit. De onzekerheden uit de vorige fase zijn weggewerkt en er zijn opnieuw duidelijke doelen en richtingen. We stappen over van kortetermijnoplossingen naar langetermijnoplossingen.
Impact op psychosociaal vlak
Zowel organisatorisch als individueel is er een grote impact op psychosociaal vlak in deze fase:
· Organisatorisch: wat hebben we ervan geleerd en hoe kunnen we dit in de toekomst vermijden?
Terwijl het werkleven terugkeert naar business as usual, is het belangrijk dat men de impact op psychosociaal vlak in kaart brengt. Gebruik deze crisis om de acties die u nam, te evalueren: wat werkte en wat niet? Nodig daarbij de medewerkers uit om input te geven.
· Individueel: herevaluatie van de werk-privébalans
De vele veranderingen in de voorbije fasen hebben ons leven op zijn kop gezet. Kenmerkend aan het doormaken van dergelijke veranderingen, is dat mensen zich, eens de veranderingen afgezwakt zijn en ze terug vertrouwen hebben, gaan afvragen wat er beter kan en wat ze hier zelf uit kunnen leren. Men moet hier alert voor zijn: bied medewerkers een platform aan waarbij ze met die vraagstukken terechtkunnen.
Individuele crisis
Om af te sluiten wil ik nog de nadruk leggen op het volgende: deze crisis is niet alleen een globale, maar ook een individuele crisis. Elke mens, elke medewerker, elke preventieadviseur, elke organisatie en elk land gaat hier op zijn eigen manier mee om. Het is dus helemaal oké dat sommige tips en aspecten niet altijd van toepassing zijn. Maar het is wel belangrijk om te beseffen dat er een realiteit voor Covid-19 bestaat en een realiteit na Covid-19, en dat wat in het verleden werkte, mogelijk nu niet meer werkt.
Over de auteur:
Steffie Desart, preventieadviseur psychosociale aspecten, expert & keynote speaker in stress & burn-out, coauteur Burnout Assessment Tool